U bent hier

Rechten

‘Behoefte aan meer richtlijnen voor behoorlijk procedeergedrag overheden’

Mr. Online (juridisch nieuws) - 24 januari 2025 - 11:03am

Voor het onderzoek richtten de wetenschappers zich op de vraag hoe kan worden bereikt dat overheidsvertegenwoordigers zich in verschillende typen procedures meer burgergericht opstellen. Dit om onnodige procedures tussen de overheid en burgers te voorkomen, en als er dan een procedure wordt gevoerd, om die dan oplossingsgericht en effectief te laten verlopen.

De onderzoekers organiseerden tal van kennistafels en publiceerden hun bevindingen en aanbevelingen in een onlangs verschenen rapport. Daaruit blijkt dat er behoefte bestaat aan een drietal instrumenten.

Organisatieverandering

In de eerste plaats constateren de onderzoekers dat hoewel in bezwaarprocedures voor overheidsbehandelaars voldoende duidelijk is wat onder behoorlijk procedeergedrag wordt verstaan, dit gedrag niet altijd daadwerkelijk wordt vertoond. Om dat te verbeteren, zijn enkele organisatorische veranderingen nodig, waaronder beter structureel overleg tussen ambtenaren en een goed werkende feedbackloop.

“We moeten behoorlijk procedeergedrag niet reduceren tot de individuele medewerker”, zo leggen de onderzoekers uit. “Behoorlijk procedeergedrag is de verantwoordelijkheid van de gehele organisatie.”

Richtlijnen

In tegenstelling tot bezwaarprocedures is bij beroepsprocedures veel minder duidelijk wat behoorlijk procedeergedrag eigenlijk behelst, concluderen de onderzoekers verder. “. In tegenstelling tot de bezwaarfase is er weinig onderzoek verricht naar best practices in (hoger) beroep en deelnemers geven aan dat zij aan de hand van specifieke zaakkenmerken bepalen wat de meest optimale proceshouding is.”

Als voorbeeld geven de onderzoekers aan dat procesvertegenwoordigers vaak een “afwachtende houding” aannemen als zij tegenover burgers staan in de rechtbank. “Dat terwijl sommige situaties – zoals nieuwe gronden of feiten en omstandigheden – juist vragen om proactief informeel contact.”

Om de situatie te verbeteren, zouden er heldere richtlijnen moeten komen over behoorlijk procedeergedrag in beroepszaken.

Afwegingskader

Tot slot wijzen de onderzoekers erop dat overheden terughoudender zouden moeten zijn met het instellen van hoger beroep. “Hoger beroep heeft een grote impact op de burger, die langer in onzekerheid wordt gehouden.”

Om dit te bereiken, zou er een nieuw afwegingskader moeten komen waarmee procesvertegenwoordigers besluiten om al dan niet in beroep te gaan. “Dat afwegingskader zou in de kern uit twee onderdelen moeten bestaan, namelijk uit instructies voor de belangenafweging en voorschriften voor de procedure die gevolgd moet worden.”

Het bericht ‘Behoefte aan meer richtlijnen voor behoorlijk procedeergedrag overheden’ verscheen eerst op Mr. Online.

Categorieën: Rechten

Onbetrouwbaar algoritme bestempelt jongeren als toekomstig crimineel, dat is toch verboden per 2 februari?

IusMentis - 24 januari 2025 - 8:11am

Politie en justitie gebruiken een algoritme om jaarlijks van tienduizenden jongeren te voorspellen of ze in de criminaliteit belanden. Dat meldde Follow The Money onlangs. Je gelooft het niet, maar die voorspelling blijkt er vaak naast te zitten, terwijl de gevolgen groot kunnen zijn. Ik gooi een knuppel in het hoenderhok: dit is een verboden AI praktijk per 2 februari.

Het uitgangspunt is precies zoals zo veel AI systemen worden ontworpen: Preselect is getraind met de gegevens van vijfduizend jongeren die ooit zijn verdacht van een strafbaar feit. Het algoritme leerde op basis van deze politiedata te voorspellen welke minderjarigen wel en niet recidiveren. Jongeren met een profiel dat lijkt op dat van leeftijdgenoten die eerder opnieuw in de fout gingen, krijgen een hogere risicoscore. Alles staat of valt met de data, en 5000 is dan niet denderend veel. Met een simpele regressie-analyse kom je daarmee nog wel een eind, maar je wilt natuurlijk wel dat je data mooi verdeeld is. Maar helaas: Maar bepaalde groepen – 12-jarigen, meisjes en jongeren die voor het eerst in aanraking komen met de politie – zijn maar in kleine aantallen in deze ‘trainingsdata’ vertegenwoordigd. Ik lees ook nergens hoe veel mensen er in gestopt zijn die nooit verdacht zijn van een strafbaar feit. Als je alleen verdachten in een dataset stopt, kan daar bij wijze van spreken uitkomen dat “melk drinken” een top-voorspeller is omdat ze dat allemaal doen.

Dit nog even los van de vraag of die 5000 data-items wel eerlijk gekozen zijn. Als de politie Mohammed van 14 als verdachte aanmerkt, en Jan-Hendrik met een waarschuwing wegstuurt, dan krijg je een ontzettend scheef beeld bijvoorbeeld. Het artikel meldt niets over de achtergronden van de verdachten, dus we weten het niet.

En dat is uiteindelijk het grootste probleem: niemand weet of en hoe goed dit werkt. Het algoritme staat niet in ons beroemde Algoritmeregister, waar het wel zou moeten gezien de hoge risico’s.

Zelf vind ik de link naar de AI Act nog wel interessant. We hebben het hier over een recidivevoorspeller, en daar Vond Men Wat Van bij het maken van die wet. Er zijn twee smaken: predictive policing op basis van profilering is verboden (art. 5.1(d) AIA) en recidiverisicobeoordeling en predictive policing anders dan op basis van profilering is hoogrisico (Annex III.6d AIA).

Dit is verboden per 2 februari: AI-systeem voor risicobeoordelingen van natuurlijke personen om het risico dat een natuurlijke persoon een strafbaar feit pleegt te beoordelen of te voorspellen, uitsluitend op basis van de profilering van een natuurlijke persoon of op basis van de beoordeling van diens persoonlijkheidseigenschappen en -kenmerken; Wat “profilering” dan weer is, staat in de AVG: elke vorm van geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens waarbij aan de hand van persoonsgegevens bepaalde persoonlijke aspecten van een natuurlijke persoon worden geëvalueerd, met name met de bedoeling zijn beroepsprestaties, economische situatie, gezondheid, persoonlijke voorkeuren, interesses, betrouwbaarheid, gedrag, locatie of verplaatsingen te analyseren of te voorspellen; En dat komt vrijwel letterlijk overeen met wat in het artikel wordt aangeduid met “Jongeren met een profiel dat lijkt op dat van leeftijdgenoten die eerder opnieuw in de fout gingen, krijgen een hogere risicoscore.” We voorspellen jouw gedrag (risico van plegen strafbaar feit) op basis van jouw persoonlijke aspecten in vergelijking met bekende data.

Het systeem doet een aanbeveling: Het leidt tot een ‘score’ die een groot verschil kan maken: gaat de jongere naar Halt voor een leer- of werktraject, of wordt het een strafrechtelijke aanpak die hem of haar een strafblad bezorgt. Is dat hetzelfde als “risico dat een natuurlijke persoon een strafbaar feit pleegt te beoordelen of te voorspellen”? Ja. Want dit moet je in de context zien: je gaat naar Halt als dat risico klein is en je krijgt een strafrechtelijk traject als het risico groot is. Want kennelijk(?) is ooit bedacht dat wie toch al gaat recidiveren, beter hard kan worden aangepakt.

Arnoud

Het bericht Onbetrouwbaar algoritme bestempelt jongeren als toekomstig crimineel, dat is toch verboden per 2 februari? verscheen eerst op Ius Mentis.

Dentons moet ontslagen kandidaat-notaris 150.000 euro betalen

Mr. Online (juridisch nieuws) - 23 januari 2025 - 1:13pm

Dat blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die eind december al plaatsvond, maar pas onlangs werd gepubliceerd. Uit de uitspraak blijkt dat de kandidaat-notaris in kwestie in 2023 nog een promotie, loonsverhoging en bonus had ontvangen, maar kort daarna ineens kreeg te horen dat ze niet meer goed zou functioneren.

Mediation

Niet veel later werd de kandidaat-notaris op de kamer van één van de partners geplaatst, wat zij als intimiderend ervaarde. Kort daarna werd haar medegedeeld dat er voor haar geen toekomst meer was binnen de organisatie, en drong de werkgever er herhaaldelijk op aan dat zij een beëindigingsovereenkomst zou tekenen.

Toen zij dat niet wilde, probeerde Dentons de kandidaat-notaris te verplichten om op een exit-gesprek onder leiding van een mediator te verschijnen. “Er is heel duidelijk aangegeven dat de mediation exit-mediation betreft”, reageerde de kandidaat-notaris daarop. “Voor de volledigheid: ik heb geen afspraken staan hieromtrent.” Daarop stopte Dentons de loonbetaling.

Muts-trofee

De kwestie mondde uiteindelijk uit in een rechtszaak, waar meer details rondom de verstoorde arbeidsrelatie duidelijk werden. Zo blijkt uit de gepubliceerd uitspraak dat de kandidaat-notaris opmerkingen als “dom” en “muts” te verduren had gekregen, en dat op enig moment een muts-trofee werd uitgereikt.

De kandidaat-notaris voerde tijdens het proces haar eigen verdediging, en met succes: de rechtbank verwijt Dentons de verstoorde arbeidsrelatie “in ernstige mate” en oordeelt op vrijwel alle punten in het voordeel van de kandidaat-notaris. Dentons moet haar 150.000 euro billijke vergoeding betalen, naast ruim twintigduizend euro achterstallig loon en honderden euro’s aan aanvullende vergoedingen.

Voorwaarden vooraf

Diverse juristen reageren op LinkedIn op de in het oog springende uitspraak van de rechter. “Mijn hemel”, schrijft advocaat Hans Kamerbeek nadat hij alle feiten uit de zaak op een rij zet in een LinkedIn-post. Kamerbeek noemt de uitspraak een “opmerkelijk inkijkje in de cultuur op de Amsterdamse vestiging van het grootste advocatenkantoor ter wereld”.

Arbeidsrechtadvocaat Pascal Besselink las de uitspraak eveneens met interesse, en beschrijft waar het onder meer fout is gegaan: “Als het Zuidas-kantoor werkelijk met haar kandidaat-notaris in een mediation had willen proberen om tot een oplossing te komen, had zij aan die mediation van tevoren geen voorwaarden moeten stellen.”

Dentons deed dat wel, door het mediation-gesprek uitsluitend in te steken als exit-mediation. “Men had, in redelijkheid, van werknemer kunnen vragen aan de mediationtafel zitting te nemen. En mogelijk had die mediation dan wel tot een oplossing geleid. Het oplossingspercentage in mediations is immers hoog. Een serieuze poging daartoe zou wellicht een hoop schade (waaronder reputatieschade) hebben kunnen voorkomen.”

Het bericht Dentons moet ontslagen kandidaat-notaris 150.000 euro betalen verscheen eerst op Mr. Online.

Categorieën: Rechten

Juristen roeren zich na baanbrekende Greenpeace-uitspraak: ‘Moedig en juist’

Mr. Online (juridisch nieuws) - 23 januari 2025 - 12:05pm

Niemand kan het nieuws gemist hebben: de Nederlandse Staat handelt volgens de rechter onrechtmatig vanwege onvoldoende effectief beleid om de verslechtering van de stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden te stoppen. In een baanbrekend vonnis veroordeelt de rechtbank Den Haag de Staat daarom om zich aan zijn eigen stikstofdoel voor 2030 te houden.

De rechters leggen de Staat daarbij bovendien de plicht op om voorrang te geven aan kwetsbare natuurgebieden van de zogeheten urgentielijst. Voldoet de Staat niet aan zijn verplichtingen, dan ligt er een dwangsom à tien miljoen euro klaar als stok achter de deur, die de Staat dan aan Greenpeace zou moeten voldoen. De rechtbank bepaalt tot slot dat de Staat het vonnis direct moet uitvoeren, ook in aanloop naar een eventueel hoger beroep.

Het vonnis maakte veel los in politiek Den Haag en in de maatschappij. Maar wat vinden juristen van het vonnis van de rechtbank?

‘Pijnlijke botsing’

Een “pijnlijke botsing tussen de takken van de overheid in tijden van een verslechterende rechtsstaat”, zo karakteriseert klimaatjurist Laura Burgers het vonnis van de rechtbank op LinkedIn. “Het is triest om zo’n botsing te zien, die in een rechtsstaat nooit had mogen plaatsvinden.”

Burgers promoveerde enkele jaren geleden op een onderzoek naar de democratische legitimiteit van klimaatrechtszaken en staat sindsdien te boek als autoriteit als het gaat om de analyse van rechtspraak die te maken heeft met klimaatbeleid.

“De nationalistische populistische en klimaatontkennende/vertragende overheid wordt tot de orde geroepen en gehouden de wet na te leven – een basisbeginsel van de rechtsstaat. Er wordt veel verkeerde informatie verspreid over dit onderwerp. Ik ben daarom bang dat deze moedige –  en juiste – uitspraak van de civiele rechter in Den Haag zal worden beantwoord met verzet tegen de rechterlijke macht in het algemeen.”

Handrem

Dat een dusdanig nadrukkelijke botsing tussen de wetgevende en rechterlijke macht binnen een democratie eigenlijk niet zou moeten, is een inzicht dat meer juristen delen. “Het is treurig dat het zo ver heeft moeten komen”, analyseert Marieke Faber, advocaat bij het maatschappelijk zeer betrokken kantoor New Paradigm.
“Ons rechtssysteem zou niet als noodrem moeten fungeren voor falend beleid en haperende politiek. De overheid had veel meer moeten doen, veel eerder.”

Verstrekkend, maar gepast

Juridisch-inhoudelijke analyses kwamen er van meer advocatenkantoren. Zo publiceerden Jan Jacobse en Sietske Delen van Justion Advocaten een korte blog waarin zij onder meer ingaan op de impact van de uitspraak, die zij ‘verstrekkend’ noemen. “Maar deze past in de lijn van uitspraken inzake Urgenda, de ‘klimaatoma’s’ en Shell.”
De auteurs verwachten bovendien nog een staartje: “Dit is ook in de verhouding met de wetgever een vergaande uitspraak en deze zaak zal, naar onze verwachting, alleen daarom al helemaal worden uitgeprocedeerd tot aan de Hoge Raad.”

Dwangsom

Diverse juristen gaan daarnaast in op de dwangsom van tien miljoen euro die de rechter aan de Staat oplegt. Een bijzonderheid, omdat, zo legt de rechtbank zelf ook uit, “van de overheid wordt verwacht dat hij rechterlijke uitspraken uitvoert. Dit wordt het constitutionele hoffelijkheid genoemd die mede gegrond is op de veronderstelde goede trouw van de overheid.”

De rechter spreekt echter van een “bijzondere aanleiding” om in dit geval tóch een dwangsom op te leggen: “De rechtbank wijst hiervoor onder meer op de verwijtbare onrechtmatigheid van het PAS en de genomen maatregelen van de vorige regering die onvoldoende waren om het voor 2025 bepaalde wettelijke stikstofdoel te kunnen behalen.”

Juristen van Loyens & Loeff, onder wie Sjoerd Pennink, gaan in een uitgebreide analyse van de uitspraak in op de keuze van de rechter om een dwangsom op te leggen. “Dit duidt op een gebrek aan vertrouwen in de bereidheid van de Nederlandse staat om vrijwillig aan het vonnis te voldoen”, zo luidt een van de conclusies van de juristen, die ook wijzen naar andere dossiers waarin recentelijk dwangsommen zijn opgelegd aan overheden, zoals aan het COA.

Kleurplaat

Opvallend is dat nagenoeg alle juristen die van zich laten horen, bewondering uiten voor de uitspraak en de onderbouwing van de rechter. “De uitspraak bevat een belangrijke les om in het achterhoofd te houden als je de komende tijd politici ziet brullen dat de ‘rechter op de stoel van de politiek is gaan zitten’”, laat Erik Verweij, advocaat en VVD-gemeenteraadslid in Rotterdam, weten. “Nee: de rechter controleert of de wetgever wel binnen de lijntjes kleurt van de kleurplaat die ze zelf heeft gemaakt.”

Dat coalitiepartij BBB direct na de uitspraak liet weten die ‘kleurplaat’ dan maar te willen aanpassen, gaat er niet helemaal in bij André Nollkaemper, hoogleraar internationaal recht en duurzaamheid aan de Universiteit van Amsterdam. “In Nederland heeft de uitspraak van vandaag ertoe geleid dat coalitiepartij BBB een wetswijziging overweegt. Maar internationale wetgeving legt kaders op voor de langere termijn en kan regeringen dwingen tot actie.”

Die actie kan verschillende juristen niet snel genoeg komen. Onder hen is ook Bénédicte Ficq, advocaat en al jaren zeer betrokken met klimaatbeleid. “De rechter in Den Haag laat zich niet misleiden”, schrijft ze op LinkedIn, enkele minuten na het vonnis. “Stikstof doodt de biodiverse natuur. De uitstoot van methaan draagt bovendien bij aan de opwarming van de aarde. De natuur moet beschermd worden, zij geeft ons alles. Alles.”

Het bericht Juristen roeren zich na baanbrekende Greenpeace-uitspraak: ‘Moedig en juist’ verscheen eerst op Mr. Online.

Categorieën: Rechten

Je kunt niet zomaar verwachten dat je werknemers in hun AFAS berichtenbox kijken

IusMentis - 23 januari 2025 - 8:19am

Het blijft voor rekening en risico van verwerende partij dat de inhoud van de aanzeggingsbrief (via het online systeem) verzoekende partij niet heeft bereikt. Zo opende een recent gepubliceerd vonnis over een arbeidszaak waarbij berichten via het bekende AFAS Insite werden gecommuniceerd.

De werknemer had een jaarcontract gekregen, en sinds een tijdje is het daarbij wettelijk verplicht om aan te zeggen of je deze gaat verlengen of niet. Doe je dat niet, dan krijgt de werknemer een extra maandsalaris. Het bericht dat niet werd verlengd, werd weliswaar op tijd verzonden, maar via Insite en dat stelde de werknemer niet te hebben gekregen.

De wet eist dat zo’n mededeling expliciet en schriftelijk is, en daar was geen discussie over. Echter: [T]ussen partijen is wel in geschil of [werkgever] heeft voldaan aan de informatieplicht uit dit artikel, omdat tussen hen vast staat dat [werknemer] de via AFAS Insite verzonden brief niet heeft geopend en gelezen. Daarmee heeft de inhoud van de brief [werknemer] niet bereikt, terwijl dat op grond van de ontvangsttheorie uit artikel 3:37 lid 3 BW wel vereist is om haar werking te hebben. Gelezen hebben is dus geen juridische eis, hij moet je hebben “bereikt” oftewel binnen jouw macht zijn gekomen. Een WhatsApp-bericht met twee blauwe vinkjes is bijvoorbeeld genoeg. Maar let wel, de afzender moet gewoonlijk bewijzen dat het bericht de ontvanger heeft bereikt.

De casus komt dus neer op de vraag: had de werknemer moeten weten dat AFAS Insite de plek was waar HRM-gerelateerde berichten worden gedeponeerd? Daar bleek niets expliciet over te zijn afgesproken of gecommuniceerd. Er was wel gezegd dat je een digitaal personeelsdossier zou krijgen en elektronische loonstroken, maar niet dat communicatie via je dossier zou lopen. Daarnaast is niet komen vast te staan dat er gedurende het jaar vaker berichten via AFAS Insite aan [werknemer] zijn gecommuniceerd. Dat dat is gebeurd, heeft [werkgever] – na vragen van de kantonrechter – niet met zekerheid kunnen zeggen. Op basis daarvan had [werknemer] dus ook niet hoeven te begrijpen dat dit het communicatiemiddel was. Daarnaast staat vast dat [werknemer] geen melding ontving dat er een document voor hem klaar stond in AFAS Insite, als hij AFAS Insite niet opende. Met name die laatste is voor mij een zware: als jij in je mail een bericht krijgt dat er een bericht klaar staat in Uw Jouw Mijn Berichtenbox, dan zou je als goed werknemer eens moeten gaan navragen wat dat dan is, AFAS Insite. En dan had HR je dat verteld, en dán komt bij jou de taak om regelmatig te monitoren.

Ik ben eerlijk gezegd een tikje verbaasd dat de werkgever kennelijk nooit actief had gezegd “formele HR berichten vind je vanaf vandaag in AFAS”. Mogelijk is dit blijven liggen bij de algemene introductie – je dossier staat hier, je loonstroken staan daar – omdat niemand op het idee kwam dat de AFAS berichtenbox niet als vanzelf bekeken zou worden.

Arnoud

 

Het bericht Je kunt niet zomaar verwachten dat je werknemers in hun AFAS berichtenbox kijken verscheen eerst op Ius Mentis.

US Cloud soon illegal? Trump punches first hole in EU-US Data Deal.

NOYB - None of your business - 23 januari 2025 - 1:00am
US Cloud soon illegal? Trump punches first hole in EU-US Data Deal. Trump seeks to "paralyze" the "Privacy and Civil Liberties Oversight Board" (PCLOB). A key element of the EU-US data transfer deal ("TADPF") that allows EU-US data flows. ms 23 January 2025 EU US connected

‘Schadefonds Geweldsmisdrijven moet op agenda advocatuur en OM’

Mr. Online (juridisch nieuws) - 22 januari 2025 - 11:47am

Onderzoekers van Ipsos I&O voerden het onderzoek uit in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC). Voor het onderzoek werden alle aanvragen voor vergoedingen uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven uit de periode tussen 2017 en 2023 geanalyseerd. In die periode kwamen bij het fonds zo’n 18.000 aanvragen binnen, waarvan ongeveer twee derde werd gehonoreerd.

Uit de data blijkt echter dat slechts zo’n één op de tien slachtoffers die mogelijk in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming vanuit het fonds, daar ook daadwerkelijk een beroep op doet. Dat de ruime meerderheid die mogelijkheid onbenut laat, heeft volgens de onderzoekers tal van redenen, waarvan onbekendheid met het fonds de belangrijkste is.

Doorverwijzen

Uit slachtofferenquêtes blijkt dat zo’n 57 procent van de slachtoffers die een beroep doen op het Schadefonds Geweldsmisdrijven worden doorverwezen door Slachtofferhulp Nederland. De politie staat met zo’n 18 procent doorverwijzingen op de tweede plaats. Zo’n elf procent van de slachtoffers van geweldsmisdrijven wordt door een advocaat ingelicht over het bestaan van het Schadefonds.

Opvallend is dat slechts een kleine twee procent van de slachtoffers door het Openbaar Ministerie wordt gewezen op de mogelijkheid om een aanvraag tot financiële tegemoetkoming te doen bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Er zijn bijvoorbeeld drie keer zoveel slachtoffers (zes procent) die deze mogelijkheid zelf ontdekken via een online zoektocht. Ook worden er meer slachtoffers naar het Schadefonds Geweldsmisdrijven verwezen door hun huisarts, psycholoog of GGZ-medewerker (allen twee procent) dan door een medewerker van het OM.

Overlegstructuur

De onderzoekers constateren dat er tussen de advocatuur en het Schadefonds geen formele, structurele overlegstructuur bestaat. Met het OM is die er evenmin. Alleen met Slachtofferhulp Nederland voert het Schadefonds formele overleggen.

Het advies luidt dan ook om de banden tussen de Schadefonds en onder meer het OM en de advocatuur te intensiveren. Daarnaast zouden ketenpartners als het OM en de advocatuur volgens de onderzoekers idealiter aan de slag gaan met eigen initiatieven om slachtoffers beter te informeren over het Schadefonds: “Naast het structurele overleg tussen het SF en SHN zou het doelgroepbereik op de agenda van andere ketenpartners kunnen worden geplaatst. Het is belangrijk om deze organisaties te (blijven) informeren over actuele en relevante wijzigingen in het beleid van het SF, bijvoorbeeld met betrekking tot de vereisten voor een aanvraag.”

Drempels

Onbekendheid met het Schadefonds Geweldsmisdrijven en gebrekkige inlichtingen over het fonds zijn echter niet de enige reden voor het lage percentage aanvragen, zo constateren de onderzoekers. Bij slachtoffers spelen soms ook andere redenen om geen gebruik te maken van hun recht, bijvoorbeeld omdat ze geen behoefte hebben aan administratieve rompslomp of omdat ze financiële tegemoetkoming niet nodig vinden.

Daar waar het echter gaat om ‘emotionele drempels’, zoals schuldgevoelens of schaamte, kunnen ketenpartners als het OM wel degelijk helpen om belemmeringen weg te nemen, zeggen de onderzoekers. Zij constateren in de praktijk echter vaak nog “onvoldoende besef of kennis dat zij hier ook een rol in kunnen hebben”.

Het bericht ‘Schadefonds Geweldsmisdrijven moet op agenda advocatuur en OM’ verscheen eerst op Mr. Online.

Categorieën: Rechten

Looking back at the Public Domain Day 2025

International Communia Association - 22 januari 2025 - 10:30am

As per each January 1st, COMMUNIA and its partners celebrate that new cultural works enter the Public Domain. In 2025, we celebrate the entry of many artists in the Public Domain such as Frida Kahlo, Colette, Matisse, and Virginia Woolf. To mark the occasion, we co-hosted this year’s Public Domain Day on January 9 at the Royal Library of Belgium.

Celebrating the Public Domain

As we state in our founding document, the Public Domain Manifesto, “the Public Domain is the wealth of information that is free from the barriers to access or reuse usually associated with copyright protection.” Everybody can use, reuse, modify, and adapt creative and cultural works in the Public Domain with or without commercial purposes. The Public Domain also supports current creators to dive into all ever-made cultural works in order to be inspired, and continue developing human creativity and knowledge in science, social or artistic fields.

Unfortunately, a large body of works in the public domain is still inaccessible. The reasons for this are manifold and were at the heart of the discussions at this year’s Public Domain Day. To overcome these barriers, many cultural and educational institutions professionals are working tirelessly to provide access to cultural collections in the Public Domain for researchers, educators, artists, writers, students and many other community members.

In order to celebrate their efforts, share collective experiences and best practices in opening up this material, COMMUNIA has co-organised the Public Domain Day 2025. With our local and international partners, we support and encourage the development of a strong Public Domain ecosystem as it gathers policy makers, cultural heritage practitioners, scholars and open knowledge community members.

The programme

This year’s Public Domain Day was opened by a keynote speech by professor Séverine Dusollier (University Professor and Senior Member of the Institut Universitaire de France, Law School Sciences Po, Paris) who gave an extensive introduction to the complicated field of the Public Domain and copyright. Professor Dusollier provided an overview of the used definitions of the Public Domain, shared difficulties in determining the duration of copyright protection and highlighted quirks of the Public Domain when dealing with multiple jurisdictions.



Following the keynote speech, participants had a choice to attend one of two tracks for the reminder of the morning session: A Belgian Track and a European Track.

The Belgian track, which was held mainly in Dutch, highlighted developments in the Public Domain in Belgium and beyond, revolving around showcasing recently unlocked Public Domain works and the (re)use of Public Domain material. The track started with a presentation by Piet Janssens from the Royal Library of Belgium, followed by Bart Magnus from Meemoo (Flemish Institute for the Archive). Musea Hasselt was represented by Inge Husken & the Rubenhuis by Saar Vandeweghe.

Meanwhile, the European track, held in Englisch, discussed some of the biggest limiting factors for the Public Domain in Europe and highlighted ongoing initiatives and projects at the European and international levels that aim to overcome these barriers.

  • Starting off, the Europeana Copyright Community represented by Brigitte Vézina and Maarten Zeinstra presented the launch of a newly reviewed Public Domain Charter [video].
  • Our very own Leander Nielbock, COMMUNIA, talked about access to public sector works and public speeches. These documents can be essential to the rule of law (legislation, court and administrative decisions), and are crucial for accountability and historical recordkeeping. As such, it should not be possible to protect these documents under copyright. Measures to address this shortcoming of current legislation should be included in a Digital Knowledge Act.
  • Brigitte Vézina, Creative Commons, highlighted their new initiative with the TAROCH coalition, in order to advocate for a new UNESCO Recommendation on Open Culture [video].
  • Paul Keller, Open Future Foundation, and Sebastiaan Posth, Liccium, presented their EU-funded pilot project aiming at developping EU Registry of Public Domain and Open Licensed works, named CommonsDB.

  • Harrie Temminck, from the European Union Intellectual Property Office (EUIPO) introduced their work on the Public Domain & the upcoming EUIPO Copyright Knowledge Centre [video].
  • Merete Sanderhoff, Staten Museum voor Kunst, and Jon Beck, Scan the World, shared with us insights on their projects to create 3D scans and make them available to all users [video].
  • NivoPol from Le Deuxième Texte Association ran us through the immense work achieved by their organisation on bridging the gender gap, through Forgotten Public Domain Women Writers [video].
  • Daffyd Tudur, National Library of Wales, delivered good practices to new professionals in their journey to opening up their collections [video].

The event also offered two workshops. The first one was led by Maarten Zeinstra on the Public Domain Calculator on Outofcopyright.eu. During this workshop,participants went over the changes in the Europeana Copyright Framework and assessed any other changes that might affect the term of protection, to update copyright decision trees for 2025.The second workshop was led by Francesca Farmer, Research Fellow at GLAM-E Lab based (RAMM), focused on supporting open GLAM participation among smaller collections holders and identifying and preparing digital collections for publication to Wikimedia Commons using the CC0 1.0 Universal Public Domain Dedication. Participants got to learn more about free tools available for the process as well as, policies and resources created by the GLAM-E Lab.

Finally, the audience got to learn about Label Culture Libre launched by Xavier Cailleau, Wikimedia France, promoting Cultural Heritage Institutions that have led the way towards achieving Public Domain’s aims.

All videos are available through Europeana’s Vimeo account.

Partners

Creative Commons, Europeana, Royal Library of Belgium (KBR), meemoo, Wikimedia Belgium, Wikimedia Europe

The post Looking back at the Public Domain Day 2025 appeared first on COMMUNIA Association.

Meerjarenprogramma RSJ: elektronische detentie en kwetsbare groepen

Mr. Online (juridisch nieuws) - 22 januari 2025 - 10:22am

In het Meerjarenprogramma kondigt de RSJ aan over welke onderwerpen het de komende jaren, naast de onderwerpen waarover bewindslieden zelf actief advies verzoeken, proactief wil adviseren. Daarbij hanteert de Raad drie thema’s: ‘zinvolle strafrechtstoepassing’, ‘de justitiabele in beeld’ en ‘focus op jeugd’.

Voor de totstandkoming van het Meerjarenprogramma werkt de RSJ samen met onder meer (jeugd)instellingen, toezichthouders en diverse ministeries. Dat heeft geleid tot vier concrete adviesonderwerpen, die veelal voortborduren op eerder ingezette verander- en verbetertrajecten.

Elektronische detentie

Zo gaat de RSJ adviseren rondom de inzet van elektronische detentie ter vervanging van de korte vrijheidsstraf. Dit onderwerp is enkele jaren geleden op de radar van politiek Den Haag gekomen naar aanleiding van eerder advies van de RSJ.

In oktober 2023 werd het plan concreter dankzij een burgerinitiatiefwetsvoorstel door een groep strafrechtjuristen, hoogleraren en criminologen. In de zomer van 2024 droegen enkelen van hen een week lang vrijwillig een enkelband, om het thema meer maatschappelijke aandacht te geven. Onder hen was ook hoogleraar Jacques Claassen, die in het kader van de actie werd uitgeroepen tot Mr. van de week.

Het bewuste burgerinitiatiefwetsvoorstel is inmiddels door drie Tweede Kamerleden onder hun hoede genomen, waarmee concreet uitzicht bestaat op de bredere invoering van elektronische detentie als vervanging van korte vrijheidsstraffen.

Vrouwen in detentie

Het justitiële systeem is hoofdzakelijk ingericht op mannen, zo constateert de RSJ als het gaat om de positie van vrouwen binnen justitiële inrichtingen. “Bijvoorbeeld als het gaat om het aanbod van het dagprogramma, de beveiliging en praktische zaken.”

Daarom zal de RSJ in een advies aandacht besteden aan de “specifieke behoeften van vrouwen en meisjes en de beschikbaarheid van voorzieningen voor hen in het gevangeniswezen, de forensische zorg en de Justitiële Jeugdinrichtingen.”

Buitenlandse kinderen

Naast vrouwen vormen ook kinderen een kwetsbare groep binnen de strafrechtuitvoering, zeker als het gaat om kinderen met een buitenlandse identiteit. Volgens de RSJ is er “onvoldoende zicht op hoe hun rechten en belangen gewaarborgd worden”.

Daarom gaat de Raad advies uitbrengen om deze situatie te verbeteren. “Hebben zij toegang tot jeugdhulpverlening en bescherming wanneer hun ontwikkeling wordt bedreigd en is deze passend? En wat zijn de consequenties als zij in aanraking komen met het jeugdstrafrecht?”

Kiesrecht

Tot slot zal de RSJ zich in de komende jaren buigen over het kiesrecht voor gedetineerden. Gedetineerden hebben volgens de Kieswet het recht om te stemmen per volmacht, maar in de praktijk zijn de processen hiervoor dusdanig ingewikkeld, dat het voor hen soms praktisch onmogelijk is om van dat recht gebruik te maken. Ook hieraan zal de RSJ aandacht schenken in een advies.

Het bericht Meerjarenprogramma RSJ: elektronische detentie en kwetsbare groepen verscheen eerst op Mr. Online.

Categorieën: Rechten

CC-Lizenzen und das Recht am eigenen Bild

iRights.info - 22 januari 2025 - 9:44am

Die CC BY-Lizenz ermöglicht es, mit ihr versehene Werke kostenlos unbegrenzt zu nutzen, solange die Urheberin genannt wird. Auch Portraitfotos von Personen können mit einer CC BY-Lizenz versehen sein. Doch was sagt die Lizenz darüber aus, ob die abgebildete Person mit der Verbreitung „ihres“ Fotos einverstanden war?

CC-Lizenzen und Portraitsubjekt – welche Akteure sind im Spiel?

Die CC BY- Lizenz sagt nichts darüber aus, ob die abgebildete Person mit der Verbreitung einverstanden war. Durch sie entsteht ein Rechtsverhältnis nur zwischen der Fotografin als Urheberin und den potenziellen Nutzenden des Fotos. Im Gegensatz dazu entsteht beim Schießen des Fotos zwischen der Fotografin und ihrem Modell ein eigenes Rechtsverhältnis, innerhalb welchem geklärt werden muss, ob die Fotografin das Bild verbreiten darf. Zwischen den Nutzenden des Bildes und dem Portraitsubjekt besteht grundsätzlich kein Rechtsverhältnis.

Es ist daher entscheidend, zwischen dem Urheberrecht am Werk und dem Recht am eigenen Bild zu unterscheiden.

Das Urheberrechtsgesetz (UrhG): Grundlage für CC-Lizenzen

Das Verhältnis zwischen Fotografin und Nutzer regelt das Urheberrechtsgesetz (UrhG). Danach darf die Fotografin als Urheberin darüber entscheiden, ob Andere ihr Werk nutzen und bearbeiten dürfen. Damit sie dies nicht für jede Nutzung ihres Werkes einzeln erlauben muss, kann sie die erlaubten Nutzungen pauschal in einem Nutzungsvertrag festhalten. Die CC-Lizenzen als vorformulierte Nutzungsverträge können dabei behilflich sein.

Ob der Inhalt des Fotos – beispielsweise das Personenportrait – von der Fotografin erlaubterweise so festgehalten und veröffentlicht werden durfte, bestimmt dagegen das Recht am eigenen Bild, welches unter anderem das so genannte Kunsturheberrechtsgesetz (KUG) zivilrechtlich ausgestaltet.

Das Recht am eigenen Bild im Kunsturheberrechtsgesetz (KUG)

Aufgrund des Rechts am eigenen Bildes muss in der Regel die Einwilligung der abgebildeten Person für eine Veröffentlichung des Fotos eingeholt werden. In folgenden Fällen funktioniert die Veröffentlichung auch ohne Einwilligung:

Wann brauche ich (k)eine Einwilligung?

Für die Allgemeinheit nennt das KUG vier Ausnahmen der ansonsten notwendigen Einwilligung:

  • Wenn das Foto eine Person der Zeitgeschichte oder Prominente abbildet und dadurch die Privatsphäre des Abgebildeten nicht unzumutbar verletzt wird.
  • Bei Fotos einer Landschaft oder Sehenswürdigkeit, wenn diese der Schwerpunkt des Bildes ist und die Personen mehr oder weniger zufällig auch abgebildet wurden.
  • Wenn das Bild einen Teilnehmer bei einer öffentlichen Versammlung, wie etwa einer Demo oder einem Konzert, zeigt. Entscheidend ist hier, dass das Bild die Veranstaltung oder Versammlung als Vorgang zeigt. Individuen können hier auch Mittelpunkt des Bildes sein, wenn die Abbildung charakteristisch für die Veranstaltung ist (zum Beispiel ein Steinewerfer bei einer Demo).
  • Wenn die Verbreitung einem höheren Interesse der Kunst dient und das Bildnis nicht auf Bestellung angefertigt wurde – beispielsweise bei einer Collage aus Alltagsschnappschüssen, die kunstvoll zusammengesetzt eine tiefgründige Botschaft übermitteln soll.
Das ist für Fotografinnen und deren Modelle wichtig

Für die Fotomodelle ist wichtig, dass auch eine Lizenzierung mit CC BY nicht bedeutet, dass damit sämtliche Rechte aufgegeben werden. Das allgemeine Persönlichkeitsrecht, aus dem die abgebildete Person auch zivilrechtliche Unterlassungsansprüche herleiten kann, bleibt stets bestehen. Ein solcher Anspruch kommt beispielsweise bei einer für das Modell potenziell rufschädigenden Nutzung in Frage. Fotografinnen müssen bei einer geplanten Veröffentlichung unter CC BY ihre Modelle umfassend und eindeutig über die Konsequenzen der Einwilligung aufklären, wenn diese Einwilligung die Grundlage für die Veröffentlichung sein soll.

 

Hinweis: Dieser Beitrag ist Teil einer Kooperation von iRights.info, dem Deutschen Bildungsserver und OERinfo. Der Text stammt von Lea Singson, steht unter der Lizenz CC BY 4.0 und wurde zunächst bei OERinfo veröffentlicht.

 

Sie möchten iRights.info unterstützen?

iRights.info informiert und erklärt rund um das Thema „Urheberrecht und Kreativität in der digitalen Welt“. Alle Texte erscheinen kostenlos und offen lizenziert.

Wenn Sie mögen, können Sie uns über die gemeinnützige Spendenplattform Betterplace unterstützen und dafür eine Spendenbescheinigung erhalten. Betterplace akzeptiert PayPal, Bankeinzug, Kreditkarte, paydirekt oder Überweisung.

Besonders freuen wir uns über einen regelmäßigen Beitrag, beispielsweise als monatlicher Dauerauftrag. Für Ihre Unterstützung dankt Ihnen herzlich der gemeinnützige iRights e.V.!

DOI für diesen Text: https://doi.org/10.59350/j170z-3t103 · automatische DOI-Vergabe für Blogs über The Rogue Scholar

The post CC-Lizenzen und das Recht am eigenen Bild appeared first on iRights.info.

Agent stopt met social media om beleid politie, mag dat zomaar?

IusMentis - 22 januari 2025 - 8:16am

De politie heeft het socialmediabeleid aangepast voor agenten die bijvoorbeeld op Instagram of X zitten. Dat meldde RTL Nieuws vorige week. Hierdoor zijn er persoonlijke accounts van wijkagenten verdwenen. Diverse lezers vroegen zich af of dat zomaar kan, dat een werkgever ‘beleid’ invoert of aanpast en dat je dan je socialmediaaccount moet stoppen?

RTL belde een voorlichter en kreeg zowaar inhoudelijk antwoorde: Een woordvoerder van de korpsleiding bevestigt dat er ‘een kleine aanpassing’ is geweest in het beleid. “We willen een eenduidig socialmediabeleid, zodat alle collega’s eenzelfde soort naam voor hun profiel gebruiken.” Volgens de woordvoerder hoefde deze operationeel expert, zoals zijn functie officieel heet, niet helemaal te stoppen met zijn account, maar moest hij zijn naam veranderen. “Zodat het account niet aan de persoon hangt. Het lijkt er dus op dat de politie deze accounts wil verbinden met de werkgever. Zoals ik het lees, moet men in staat zijn het account aan een collega te geven. En dan is “politieteam Utrecht binnenstad” handiger dan “wijkagent Tim”, zeg maar.

Juridisch zie ik daar wel een grondslag voor. Zo’n socialmediaaccount beheer je tijdens je werk en het gaat over werk. Dat is dan een dienst afgenomen door de werkgever, en dat de werknemer dit op eigen houtje deed en het misschien aan een eigen Gmailadres koppelde in plaats van zijn werknemersmail is dan niet relevant.

(Het deed me denken aan Giel Beelen die in 2017 zijn social media moest inleveren toen hij wegging bij de publieke omroep. Maar dat is volgens mij nooit juridisch uitgevochten.)

Dit zie ik terug in het oude(?) socialmediabeleid uit 2020: In het verlengde van webcare is het goed om te benoemen dat accounts die namens de politie spreken op social media geen persoonlijk eigendom zijn van de beheerder, maar een middel om te communiceren met burgers. Je kunt als agent ook een privéaccount hebben, maar dat moet dan gaan over “persoonlijke intresses, hobby’s en/of passies” en niet over je werk als politieagent. Volgens RTL zijn er nu nieuwe richtlijnen, maar die kan ik even niet vinden.

Arnoud

Het bericht Agent stopt met social media om beleid politie, mag dat zomaar? verscheen eerst op Ius Mentis.

Duurzaam kantoormodel? Sociaal advocaat noemt het ‘holle uitdrukking’

Mr. Online (juridisch nieuws) - 21 januari 2025 - 10:00am

Een duurzaam kantoormodel voor sociaal advocaten is volgens Struycken bedrijfsmatig efficiënt, aantrekkelijk voor jonge advocaten en is kwalitatief van hoog niveau. Daarnaast wil Struycken verkennen hoe een betere mix van toevoegings- en commerciële praktijk kan worden gerealiseerd en hoe de barrières tussen de sociale en de commerciële advocatuur kunnen worden geslecht.

Holle uitdrukking Caroline Pronk (Pronk Advocaten)

De Apeldoornse sociaal advocaat Caroline Pronk moet er hard om lachen. “Duurzaam kantoormodel? Een holle uitdrukking. De sociale advocatuur is juist een afbraakmodel. Ik hoor steeds vaker van sociaal advocaten: ik stop er maar mee.” Reinier Feiner, voorzitter van de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland (VSAN) omschrijft de plannen van de staatssecretaris als ‘greenwashing’: “Mooie verhalen terwijl er in onze sector een kaalslag plaatsvindt.”

Stumpers in sjofele panden

Dat duurzame kantoormodel doet hem te veel denken aan één mal waarin de hele sociale advocatuur wordt geperst. “Dat getuigt niet van innovatieve denkkracht. De bezuinigingen hebben voor de sociale advocatuur veel slechts voortgebracht. Juist daarom waren wij altijd genoodzaakt up-to-date te zijn.” Maar het beeld over die beroepsgroep is anders: stumpers in sjofele panden die niet met de tijd zijn meegegaan. “Wij zijn in staat om snel te communiceren met ketenpartners, maar de traagste ketenpartner – de Rechtspraak – bepaalt die snelheid. Verder opereren sociaal advocatenkantoren volledig digitaal, maar we werken nu eenmaal met cliënten die dergelijke vaardigheden of mogelijkheden niet hebben.”

Prima ondernemers

Méér automatiseren om efficiënter te werken lukt Pronk bijvoorbeeld niet, zegt zij: daarmee is zij best ver, ook dankzij haar ICT-achtergrond. “De sociale advocatuur is innovatiever dan de Rechtspraak. Daar lukt innovatie al niet, waarom zou dat in de sociale advocatuur, die door de vele kantoren veel diverser is, snel beter moeten?” Sociaal advocaten, zegt Feiner, zijn prima ondernemers: die hebben zich ondanks een enorme bezuinigingsoperatie weten te redden, terwijl het vet al van de botten was. “Voor het rapport van de commissie-Van der Meer I waren de effecten van de bezuinigingen zo dramatisch dat sociaal advocaten via hun werkstudenten gratis toegang regelden tot de juridische bibliotheek. “Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de staatssecretaris, die van NautaDutilh komt, onze cliënten en onze branche totaal niet kent.” Het acute probleem volgens Feiner: er zijn te weinig sociaal advocaten. “Dat probleem is door overheidsbeleid zelf gecreëerd. Hoe kun je zonder die mensen een duurzaam kantoormodel realiseren? Zorg op korte termijn voor een deltaplan om voldoende sociaal advocaten aan te trekken.”

Krentenwerk

Kunnen sociaal advocaten nog ergens kosten besparen of efficiënter werken? Niet in mijn kantoor, zegt Pronk, alles is al geprobeerd of uitgevoerd. De bibliotheek delen met andere kantoren? Bezuinigen op de literatuur? Is weer slecht voor de vakbekwaamheid. “Maar dat alles is krentenwerk. De grootste kostenpost in de advocatuur zijn salarissen, dan komt een hele tijd niks en dan heb je onroerend goed. Vroeger zaten we in een villa, nu in een bedrijfsverzamelgebouw. De huurprijs is gehalveerd, maar we hebben tien procent over van de vierkante meters die we eerst hadden.” Bij Pronks kantoor werken drie advocaten, waarvan één zelfstandige, en 1,4 fte voor twee secretaresses. “We werken al veel met modellen voor brieven en andere stukken, daar is de rek uit. De tent staat als het ware in de fik, en innoveren kun je pas als je eerst de brand blust en de boel gaat opbouwen. Bovendien: innoveren kost ook geld en dat is er niet.”

Dedain Reinier Feiner (VSAN)

Meer sparren met Zuidas-kantoren, wat de staatssecretaris ook suggereerde? Feiner: “Die hebben geen bal verstand van de sociale advocatuur. Samenwerken met grote kantoren en stagiaires uitwisselen is prima, maar dat is niet de innovatie die we nodig hebben. Studenten willen waarschijnlijk verder in de commerciële advocatuur. Bij een congres in Tilburg werd geapplaudisseerd voor een commercieel advocaat die was overgestapt naar de sociale advocatuur. Ik ervaar dat als dedain.”

Uitgeknepen citroen

Een universitaire opleiding voor de sociale advocatuur – zoals in Tilburg, Pronk vindt het prima. “Maar wordt daar het hele verhaal verteld? Het realistische beeld is: je hebt een gigantische verantwoordelijkheid, veel stress, het is slecht voor je gezondheid en je verdient nauwelijks. We zien niet alleen een uitstroom van oudere sociaal advocaten, maar zelfs die van de jongeren. In Den Haag zouden de alarmbellen moeten afgaan. Maar daar denken ze: ook uit een uitgeknepen citroen kunnen we nog een paar druppels persen.”

Leegloop versneld

Struycken suggereerde ook dat sociaal advocaten meer betalende klussen moeten aannemen. Pronk: “Dat gebeurt al veel, want als je het puur van toevoegingen moet hebben, dan crepeer je helemaal. Maar wie eenmaal begint aan betalende zaken, zal dat doorzetten: het kost minder tijd, verdient veel beter en je hebt veel minder administratieve rompslomp richting de Raad voor Rechtsbijstand. Waarom zou je dan nog toevoegingen doen? Die gedachte – doe er maar betalende zaken bij – heeft de leegloop uit de sociale advocatuur alleen maar versneld.”

Financiële zorgen

Ondertussen doet Struycken niks aan de echte problemen van de sociale advocatuur, zegt Pronk: alles rond de toevoegingen, wat al ‘waanzinnig complex’ is, wordt steeds ingewikkelder. “Vergeet niet wie onze cliënten zijn, vaak mensen met een psychiatrische en een verslavingsproblematiek. Er moet geld bij, anders gaan nog meer collega’s ermee stoppen. Dan blijven heel veel mensen verstoken van rechtshulp. Dát is het echte probleem.” Zij vergelijkt haar werk met dat van een rechter. “Die zit binnen enkele jaren op 8.000 euro per maand, terwijl sociaal advocaten een grotere verantwoordelijkheid hebben. Als wij een fout maken, dan worden we er echt op aangesproken. Doet een rechter dat, dan ga je gewoon in hoger beroep. Wij hebben ondernemersrisico en personeelsverantwoordelijkheid. Dat hebben rechters niet. Ik hoef geen topsalaris, maar wil wel normaal kunnen leven zonder financiële zorgen. En die heb ik nu wel.”

Advokatenkollektief

Zorgen had Advocatenkantoor Nieuwe Ebbingestraat enkele jaren geleden ook, maar die zijn wat sociaal advocaat Han Brands betreft wel over. Zijn kantoor, waar hij sinds 2002 werkt, werd in 1977 opgericht als ‘advokatenkollektief’. Dat bestaat nog steeds, al bijna vijftig jaar in hetzelfde monumentale pand in de Groningse binnenstad. In die zin lijkt dit het duurzame kantoor dat Struycken voor ogen heeft: meerdere sociaal advocaten onder één dak, zodat de kosten (huur, secretariaat, boekhouding, abonnementen) door meerdere fee earners worden gedeeld. Brands: “Onze huur is relatief laag, dat is ons voordeel. Als wij eruit gaan, kan de verhuurder makkelijk het dubbele krijgen. Voor de kwaliteit is het belangrijk dat we onder één dak zitten. Zo kunnen we de kosten binnen de perken houden en er is ruimte voor onderling overleg.” Bij Nieuwe Ebbingestraat werkt één secretaresse (ruim vier dagen in de week), één boekhoudster (twee dagen in de week), iemand die de schoonmaak doet en studenten die er enkele dagdelen zijn. Brands is een van de twee maten, er is een advocaat in loondienst en een die voor eigen rekening werkt. Dat was ooit anders, zegt hij: jaren terug waren er nog vier secretaresses, toen met vijf advocaten. ‘Financiën’ dwongen het kantoor om in het personeelsbestand te snijden.

Iedere scheet declareren Han Brands (Advocatenkantoor Nieuwe Ebbingestraat)

Jaren geleden zaten de advocaten van zijn kantoor onder bijstandsniveau, herinnert Brands zich. “Sinds een jaar of vier is het weer aangetrokken. Ik klaag niet over het inkomen. Dat komt met name door asielzaken, die best wat opleveren. Heb je alleen een praktijk met huurrecht, arbeidsrecht, sociale zekerheidsrecht of familierecht, dan heb je relatief minder zaken maar die zijn wel erg tijdsintensief. Dan is de vergoeding best laag. Voor eenpitters is dat niet te doen.” Brands schat dat zo’n vijf procent van de zaken die zijn kantoor doet ‘betalend’ zijn, de overgrote meerderheid is dus op toevoegingsbasis. Meer betalende zaken zou hij wel willen. “Maar de consument doet weinig vergelijkend warenonderzoek. Hij betaalt voor een echtscheidingszaak liever 350 euro per uur bij een nichekantoor, waar hij aan het lijntje wordt gehouden en waar iedere scheet wordt gedeclareerd, dan dat hij bij ons komt. Wij doen het voor het halve tarief en brengen niet iedere scheet in rekening.”

Dure vakbladen

Advocatenkantoor Nieuwe Ebbingestraat heeft niet alleen bezuinigd op de staf, ook op abonnementen. “Al die vakbladen, dat is een enorme kostenpost. Daar besparen we tegenwoordig bijna 10.000 euro per jaar op. De Orde en de Raad voor Rechtsbijstand dwingen je min of meer om te specialiseren. Je hoeft dan ook minder bij te houden: drie rechtsgebieden beheersen is goedkoper dan tien rechtsgebieden bijhouden.” De meeste jurisprudentie is online te vinden, dure vakbladen zijn minder nodig. Wat hij wel als een probleem ziet: nieuwe (sociaal) advocaten opleiden. “Daar hebben we geen middelen voor, terwijl we wel een volwaardig salaris moeten betalen. Die investering betaalt zich pas na enkele jaren terug. Groeien zal Nieuwe Ebbingestraat niet meer: als Brands over tweeënhalf jaar met pensioen gaat, stopt het kantoor, alle advocaten zijn op leeftijd.

Gratis werk

Hoewel er niet wordt geklaagd over het inkomen, gebeurt dat wel over het werk dat voor niets wordt gedaan. “De eerstelijns rechtshulp is gratis. We helpen mensen die een uitkering of toeslag willen aanvragen. Zij worden door wijkteams en het maatschappelijk werk naar ons spreekuur doorverwezen. Ik denk dat tien tot vijftien procent van onze tijd in dat gratis werk zit. Daar zouden we eigenlijk subsidie voor moeten krijgen. Het Juridisch Loket krijgt extra geld van Struycken, wij niet.”

Opleidingsmodel

Volgens Reiner Feiner van de VSAN is het ondanks de financiële zorgen niet slecht om te ondernemen in de sociale advocatuur. Wel noemt hij het risicovol om jonge advocaat-stagiaires op te leiden. “Je moet een hoog loon garanderen, de eerste twee jaar is het een verliespost en na drie jaar kunnen ze met de opgedane kennis naar een ander kantoor gaan. Veel kantoren vragen daarom juist gevorderde advocaat-stagiaires: dan heb je wel de lusten en niet te lasten. Dat opleidingsmodel moet je verduurzamen, bijvoorbeeld door te zorgen voor kwalitatief goede opleidingskantoren, dat kan in een aparte stichting. Het idee dat de sociale advocatuur niet goed kan ondernemen is niet waar. De grootste last die wij hebben is dat de overheid geen duurzaam beleid hanteert.”

Het huishoudboekje van sociaal advocaat Caroline Pronk
“Van onze zaken is 90 tot 95 procent op toevoeging. In 2024 zijn de kosten gestegen, de inkomsten uit toevoegingen zijn, gecorrigeerd voor inflatie, verder gedaald. Gelet op de kosten van mijn kantoor zou ik 250 toevoegingen per jaar moeten afronden om een salaris van € 2.500 bruto per maand te krijgen – zonder pensioenopbouw, vakantiegeld en dertiende maand. De secretaresses verdienen meer dan ik, en werken 28 uur per week. We hebben overal op bespaard, de rek is eruit. Ik hou dit alleen vol met meer betalende zaken. In 2022 bedroeg de inflatie 10 procent en gingen onze vergoedingen met 0,5 procent omhoog, want ‘er zit een vertraging in’, zo werd ons voorgehouden. Maar ook daarna hebben we die 10 procent nog niet gezien en is de inflatie verder toegenomen. In december moest ik nog enkele toevoegingen declareren. Ik had er 291 uur werk in zitten maar mocht maar 60 in rekening brengen. Uurtarief: € 22, en daar moeten alle kantoorkosten nog vanaf. In 2025 móét de vergoeding per punt serieus omhoog. Zo niet, dan ga ik – en veel andere sociaal advocaten – stoppen. Zo verkruimelt een pijler onder onze rechtsstaat.”

Het bericht Duurzaam kantoormodel? Sociaal advocaat noemt het ‘holle uitdrukking’ verscheen eerst op Mr. Online.

Categorieën: Rechten

Procederen voor één cent? ‘Onvoldoende belang’, zegt kantonrechter

Mr. Online (juridisch nieuws) - 21 januari 2025 - 9:56am

De rechtbank Rotterdam behandelde het verzoek van de eiseres al in oktober 2024, maar publiceerde de uitspraak pas onlangs. Daaruit blijkt dat de eiseres in kwestie 137 euro en 38 cent aan dagvaardingskosten vergoed heeft gekregen nadat ze in juli 2023 in een vonnis in het gelijk werd gesteld.

De werkelijk door haar gemaakte kosten bedroegen echter 137 euro en 39 cent. Een verschil van slechts één cent, maar kennelijk voldoende aanleiding voor de eiseres om een nieuw verzoek in te dienen bij de kantonrechter. In oktober 2024 stuurde ze daarom een brief met het verzoek het vonnis aan te passen.

Onbeduidend

Die actie neemt de rechter haar niet bepaald in dank af. In de uitspraak – die opmerkelijk kort en bondig is – wijst de rechter op de wens dat het “rechterlijk apparaat niet belast wordt met de verbetering van onbeduidende fouten”.

De rechter wijst het verzoek dan ook af wegens onvoldoende belang: “Het betreft hier aldus een verschil van 1 cent. Dit maakt dat voldoende belang bij het herstelverzoek ontbreekt.”

80 cent

De zaak doet denken aan een vergelijkbare zaak uit 2023, toen een man tot aan de Hoge Raad doorprocedeerde omdat hij vond dat hem 80 cent aan invorderingsrente over te veel betaalde waterschapsbelasting toekwam. Ook in dat geval lukte het niet om die 80 cent uiteindelijk toegekend te krijgen.

De dienstdoende advocaat-generaal maakte destijds in zijn relaas gehakt van het gedrag van de man en vond dat die zich moest schamen: “Omdat hij langdurig, ongegrond en op kosten van de gemeenschap, in drie rechterlijke instanties heeft geprocedeerd over een niet aan hem verschuldigd bedrag van 80 cent.”

 

Het bericht Procederen voor één cent? ‘Onvoldoende belang’, zegt kantonrechter verscheen eerst op Mr. Online.

Categorieën: Rechten

TikTok hervat dienstverlening in de Verenigde Staten na kortstondig verbod

IusMentis - 21 januari 2025 - 8:19am

TikTok hervat zijn diensten in de Verenigde Staten, las ik bij Tweakers. Dit na zo’n 24 uur offline te zijn geweest vanwege een wettelijk verbod. President Donald Trump heeft gemeld een executive order uit te geven om het verbod uit te stellen zodat het proces van verkopen door kan gaan.

De Protecting Americans from Foreign Adversary Controlled Applications Act (PAFACA) is in april 2024 aangenomen. Deze bepaalt dat de president socialemediadiensten als “foreign adversary controlled application” mag aanwijzen, waarna die binnen 270 dagen verkocht moeten worden aan een partij die geen “foreign adversary” is. (Die term komt dan weer uit exportwetgeving.)

De wet noemde expliciet Bytedance en Tiktok als voorbeelden van zulke diensten, en dat had een groot voordeel bij de onvermijdelijke rechtszaak. Omdat de wetgever nu Bytedance had aangewezen, mag je vermoeden dat daar een uitgebreide afweging in zit vergeleken bij situaties dat de president in z’n eentje bedrijven mag aanwijzen: The provisions of the TikTok law, the court explained, are instead subject to a less rigorous test, known as intermediate scrutiny, which requires courts to look at whether the provisions of the law advance an important government interest that is not related to the suppression of free expression and do not restrict substantially more speech than is necessary to do so. The TikTok provisions satisfy that test, the court concluded. There is no dispute, the court wrote, that the government “has an important and well-grounded interest in preventing China from collecting the personal data of tens of millions of U.S. TikTok users.” Behalve de NOS (“Hard bewijs daarvoor ontbreekt”) ken ik eigenlijk niemand die serieus twijfelt aan de dataverzamelingspraktijken door Tiktok. Het opmerkelijke is vooral dat de hoeveelheid en soort data niet echt bijzonder is. Iedere socialemediadienst verzamelt zulke gegevens.

De drukte in de VS komt natuurlijk omdat deze keer het niet zij zelf zijn, maar het machtige China. Ook zorgen over potentiële propaganda bij de volgende verkiezingen (aangenomen dat die er komen) wogen zwaar mee bij het wetsvoorstel.

De wet is ondertussen aangenomen, en die 270 dagen zijn verstreken. Er is een bepaling dat de president die termijn met 90 dagen mag verlengen als deze kan beloven dat er goede voortgang is: (A) a path to executing a qualified divestiture has been identified with respect to such application; (B) evidence of significant progress toward executing such qualified divestiture has been produced with respect to such application; and (C) there are in place the relevant binding legal agreements to enable execution of such qualified divestiture during the period of such extension. Dit is dus de grond waarop Trump zijn bevel baseert. Juridisch kun je je afvragen welk pad naar verkoop er nu dan is dat er vrijdag nog niet was. Ook is onduidelijk of de wet wel toestaat dat de 270-dagentermijn wordt verlengd nadat deze is verlopen, want normaal verleng je dingen vóór ze zijn afgelopen. Maar als je wetgevende en rechterlijke macht daar flexibel in zijn, dan kan er veel.

Arnoud

Het bericht TikTok hervat dienstverlening in de Verenigde Staten na kortstondig verbod verscheen eerst op Ius Mentis.

Hoge Raad maakt definitief korte metten met verdienmodel WOZ-‘bezwaarhufters’

Mr. Online (juridisch nieuws) - 20 januari 2025 - 12:30pm

De hoge proceskostenvergoedingen die belastingplichtigen konden ontvangen als zij bij een procedure over OZB- of bpm-beschikkingen in het gelijk worden gesteld, waren de gerechten én politiek Den Haag al langer een doorn in het oog. De vergoedingen leidden namelijk tot een stortvloed aan bedrijfjes die namens consumenten op ‘no cure, no pay’-basis fiscale procedures voerden, met de proceskostenvergoedingen als eigenlijk verdienmodel.

‘WOZ-cowboys’

Bert Jan van Ettekoven, tot 1 januari 2024 voorzitter van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State, noemde dit soort bedrijfjes eerder al ‘WOZ-cowboys’. Ook toenmalig staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) wilde een einde maken aan het onwenselijke verdienmodel, en kwam met een wetsvoorstel waarmee de maximale vergoedingen in WOZ- en bpm-zaken werden beperkt tot respectievelijk 25 en tien procent van de vergoeding die in andere fiscale zaken kan worden toegekend.

Rechtvaardiging

Onrechtvaardig, zo vonden diverse professionele rechtsbijstandverleners die een mooi inkomen overhielden aan de proceskostenvergoedingen. Eén van hen stapte naar het gerechtshof, maar kreeg daar slechts een summier hogere proceskostenvergoeding toegekend dan bij de rechtbank. Reden voor deze rechtsbijstandverlener om naar de Hoge Raad te stappen.

Ook daar vangt de rechtsbijstandverlener in kwestie nu echter bot. De Hoge Raad oordeelt dat “beperkingen van de proceskostenvergoeding voor procedures over de WOZ en de bpm verenigbaar zijn met internationale verdragen en met het recht van de Europese Unie”. De raadsheren merken bovendien op dat “het bedrijfsmodel van de betrokken rechtsbijstandverlener er verder op gebaseerd is dat procedures op een zodanige wijze worden gevoerd dat de daarin toegekende proceskostenvergoedingen de in redelijkheid gemaakte kosten ver overtreffen.”

“Gelet op de afbakening van de werkingssfeer van de beperkingen, is de wetgever naar het oordeel van de Hoge Raad niet verder gegaan dan nodig is om het daarmee beoogde doel te bereiken. Voor de beperkingen bestaat een objectieve en redelijke rechtvaardiging”, zo concluderen de raadsheren, die daarmee definitief korte metten maken met de praktijken van de beruchte WOZ-bezwaarhufters.

Het bericht Hoge Raad maakt definitief korte metten met verdienmodel WOZ-‘bezwaarhufters’ verscheen eerst op Mr. Online.

Categorieën: Rechten

NOvA initieert onderzoek naar toezicht en klachtbehandeling advocatuur

Mr. Online (juridisch nieuws) - 20 januari 2025 - 12:00pm

De resultaten van het onderzoek zullen onder meer worden gebruikt voor het inrichten van het stelsel van toezicht, klacht- en tuchtrecht binnen de nieuw op te richten Onafhankelijk Toezichthouder Advocatuur (OTA), zo laat de NOvA weten. Die nieuwe toezichthouder, die al enkele jaren in de pijplijn zit, moet volgens de huidige plannen het bestaande model van elf toezichthoudende lokale dekens vervangen.

Vertraging

Hoewel de komst van de OTA al zeker drie jaar onderwerp van gesprek is in politiek Den Haag, werd afgelopen najaar bekend dat de daarvoor benodigde hervormingen vertraging opgelopen hebben. Staatssecretaris Struycken van Rechtsbescherming liet destijds weten dat de oorspronkelijke planning voor de gewijzigde Advocatenwet definitief niet gehaald zou worden.

De reden voor de vertraging was ironisch te noemen: de Tweede Kamer nam in juni 2024 een motie van VVD-Kamerlid Ulysse Ellian aan waarin werd opgeroepen om naast het toezicht óók de klachtbehandeling onderdeel te laten uitmaken van de nieuwe OTA. Dat vergrootte de omvang van de hervormingen dusdanig, dat vertraging onvermijdelijk was.

De NOvA liet destijds weten kritisch te zijn op het voornemen om ook de klachtbehandeling te hervormen: “Met het onderbrengen, naast het toezicht ook van de klachtbehandeling bij de landelijke OTA, zou de historische en breed door interne en externe stakeholders als waardevol geziene rol van de lokale deken in dit stelsel eindigen, net als de institutionele dynamiek die met deze rol gepaard gaat.”

Toekomstbestendig

Het onderzoek dat de NOvA nu initieert, moet in kaart brengen welke impact het onderbrengen van zowel toezicht als klacht- en tuchtrecht bij de nieuwe OTA zou hebben. Hoewel de orde nog altijd kritisch is, ziet men nu ook de mogelijkheid dat de wijziging bijdraagt aan “meer centralisatie, efficiency en uniformering bij de klachtbehandeling”.

Tegelijkertijd laat de NOvA weten: “Het onderbrengen van toezicht en klachtbehandeling bij de OTA betekent een fundamentele wijziging van het ordenlandschap en de rol van de dekens daarin. Voordat de algemene raad een visie kan vormen over de wijze waarop het toezicht op de advocatuur én de klachtbehandeling beide zo effectief mogelijk en toekomstbestendig kunnen blijven bijdragen aan de kwaliteit van de advocatuur, is methodologisch onderzoek nodig.”

Het onderzoek door Pro Facto is naar verwachting nog voor de zomer afgerond.

Het bericht NOvA initieert onderzoek naar toezicht en klachtbehandeling advocatuur verscheen eerst op Mr. Online.

Categorieën: Rechten

Hoe bescherm ik mijn idee tegen claims van mijn werkgever?

IusMentis - 20 januari 2025 - 8:14am

Via Reddit: Mijn werk ligt in het bedenken, ontwerpen en het begeleiden van de productie & testen van “klantspecifieke toepassingen”. Het duurt gemiddeld meer dan 8 jaar bij de werkgever voordat iemand zelfstandig zo’n toepassing kan ontwerpen vanwege de hoge complexiteit op meerdere technische disciplines. … Ik ben er van overtuigd dat ik een generator kan programmeren die 80% van de ontwerpen kan afvangen en een reductie van 60% van het jaarlijks aantal engineeringsuren kan bewerkstelligen. … Als ik in mijn eigen tijd deze generator ontwerp en het toch anders loopt dan verwacht als ik hiermee aan kom bij werkgever. Hoe zorg ik er dan voor dat werkgever deze niet opeist mits het tot een rechtsgang komt? Het komt vaker voor dat mensen ergens werken waar een bepaald proces handmatig gebeurt en al jaren nooit de moeite is genomen om dit te automatiseren. Dat kan zijn omdat men niet weet hoe, er geen tijd/geld voor heeft of de meerwaarde er niet van inziet. Maar dat wil niet zeggen dat als jij dat dan ineens ongevraagd gaat bouwen, het je “eigen” idee is.

Basisregel uit het IE-recht is dat wat werknemers bedenken of maken, eigendom wordt van de werkgever. Althans, als het redelijkerwijs verbonden is met het werk. Nadrukkelijk niet relevant is of je het onder werktijd dan wel in eigen tijd maakte, op eigen hardware dan wel de werklaptop of op instructie dan wel eigen initiatief.

Wat is dan “redelijkerwijs verbonden”? Dat hangt een beetje van het recht af, maar grofweg komt het er op neer of de werkgever je hád kunnen instrueren dit te gaan maken. Als dat een rechtmatige instructie was, dan is het ook van de werkgever als je het zonder had gemaakt.

Deze poster werkt aan het ontwikkelen van bepaalde toepassingen, en dat moet handmatig gebeuren. Een generator die je eigen werk versnelt, ligt voor mij zó dicht bij het eigenlijke werk dat ik altijd wel die verbinding zie. Er is dus geen ruimte om te claimen dat zo’n generator auteursrechtelijk (of octrooirechtelijk) van jou is.

Natuurlijk kun je je werkgever vragen of je dit als eigen hobbyproject mag doen. Ik blogde in 2020 over hoe je dat afspreekt, maar de voorvraag is natuurlijk waarom je werkgever dat zou willen toestaan. Van iets dat automatiseert dat nu (kennelijk) 8 jaar handwerk is, kan ik me voorstellen dat de werkgever niet wil dat de concurrent er toegang tot heeft.

Arnoud

 

 

Het bericht Hoe bescherm ik mijn idee tegen claims van mijn werkgever? verscheen eerst op Ius Mentis.

Amnesty International: Navalny’s advocaten moeten worden vrijgelaten

Mr. Online (juridisch nieuws) - 17 januari 2025 - 2:23pm

Op 17 januari zijn de advocaten van Aleksei Navalny veroordeeld tot jarenlange gevangenisstraffen. De rechtbank veroordeelde Vadim Kobzev tot vijf jaar en zes maanden, Aleksei Liptser tot vijf jaar en Igor Sergunin tot drie jaar en zes maanden celstraf. Daarnaast legde de rechtbank aan alle drie een beroepsverbod van drie jaar op.

De drie advocaten werden in oktober 2023 gearresteerd op beschuldiging van deelname aan een ‘extremistische organisatie’, een naam die de Russische regering in 2021 aan de Anti-Corruptie Stichting (FBK) van Aleksei Navalny heeft gegeven.

De aanklager beweerde dat de advocaten optraden als ‘tussenpersonen’, die berichten van Aleksei Navalny doorgaven aan andere FBK-leden en zo de communicatie vergemakkelijkten binnen wat de autoriteiten beschouwden als een ‘extremistisch netwerk’.

Patroon

In november 2023 voegde de Russische financiële toezichthouder alle drie de advocaten toe aan het nationale register van ‘extremisten en terroristen’. Hun vervolging past in een breder patroon waarin de Russische autoriteiten volgens Amnesty International misbruik maken van ‘anti-extremismewetgeving’ om critici van de staat aan te pakken voor hun vreedzame activisme.

Marie Struthers van Amnesty International reageert op de veroordelingen: “De vervolging en veroordeling van Vadim Kobzev, Aleksei Liptser en Igor Sergunin is een beschamende poging om diegenen het zwijgen op te leggen die Aleksei Navalny durfden te verdedigen en zijn stem te laten horen, zelfs van achter de tralies.”

Ontmanteling

Door advocaten aan te vallen voor het doen van hun werk, ontmantelen de Russische autoriteiten volgens de mensenrechtenorganisatie wat er nog over is van het recht op juridische verdediging en maken ze misbruik van wat alleen in naam een strafrechtsysteem is: “We roepen de Russische autoriteiten op om deze personen onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten en alle aanklachten tegen hen in te trekken. Hun enige ‘misdaad’ was dat ze opkwamen voor gerechtigheid en mensenrechten.”

 

 

 

 

Het bericht Amnesty International: Navalny’s advocaten moeten worden vrijgelaten verscheen eerst op Mr. Online.

Categorieën: Rechten

Achmea ziet stijging van rechtshulpvragen in 2024

Mr. Online (juridisch nieuws) - 17 januari 2025 - 12:48pm

Het aantal meldingen van hulpvragen bij Stichting Achmea rechtsbijstand steeg van ruim 118.000 in 2023 naar meer dan 124.000 in 2024 (+5%). Vooral geschillen tussen buren (+12%) en binnen Verenigingen van Eigenaars (VvE’s) (+21%) over het onderhoud aan of de verduurzaming van woningen namen toe. Daarnaast steeg ook het aantal conflicten over consumentenaankopen. Dit meldt Achmea rechtsbijstand in haar Juridische barometer over 2024.

Opvallend noemt ze de stijging van het aantal hulpvragen over drop­shipping. Dit is een nieuwe bron van klachten en ergernis, geeft Achmea aan. Net als in voorgaande jaren nam ook het aantal conflicten op de werkvloer (+10%) toe. In deze categorie was vooral sprake van een sterke stijging van hulpvragen bij faillissementen (+57%) en reorganisaties (+30%).

Verharding

In de praktijk merkt Achmea dat de samenleving verder verhardt en polariseert: “Van verdraagzaamheid naar elkaar en de wens om er samen uit te komen is minder vaak sprake. Wij geloven er in dat veel conflicten menselijker, duurzamer en zonder (vaak langdurige) juridische strijd kunnen worden opgelost. Daarom zetten we steeds vaker in op preventie, de-escalatie en mediation.”

In 2024 waren klanten bij 86 procent van de mediationzaken volgens de hulpverlener zeer tevreden over het traject, kwamen zij tot een goede oplossing én behielden partijen een goede relatie.

Achmea zag ook een verdere stijging van het gebruik van online zelfhulptools op haar website. Het gaat dan over informatie, voorbeeldbrieven en adviestools.

Het bericht Achmea ziet stijging van rechtshulpvragen in 2024 verscheen eerst op Mr. Online.

Categorieën: Rechten

Mag ik ondertussen data in de cloud zetten als die fysiek in Europa blijft?

IusMentis - 17 januari 2025 - 8:12am

Een lezer vroeg me: Het is 2025 en ik heb duidelijkheid nodig. De AVG zegt dat persoonsgegevens niet zonder aanvullende waarborgen naar een niet-Europese partij mogen worden doorgegeven. Als ik bij een cloudprovider zoals bijvoorbeeld Amazon AWS of Microsoft Azure gebruik maak van region in Europa, wat betekent dat de servers fysiek in Europa staan, voldoe ik dan gewoon aan deze regel? De AVG stelt inderdaad strenge eisen aan ‘doorgifte’, iedere handeling met persoonsgegevens waardoor ze buiten een EU/EER land komen. Het maakt daarbij niet uit of je doorgeeft aan een verwerker of een verwerkingsverantwoordelijke.

Overigens is de AVG niet de enige: ook bij niet-persoonsgegevens gelden er vanaf 12 september regels over doorgifte van data naar buiten de EU, wanneer dat in strijd is met andere EU regels. Dit volgt uit de Data Act (Verordening 2023/2854) die vanaf die datum van kracht wordt.

Aan dergelijke doorgifte kleven twee kanten, de praktische en de formele. Het makkelijkst te regelen is de formele. Je spreekt af dat de data niet buiten de EU/EER mag komen, en dat de ontvanger de Europese wet- en regelgeving zal respecteren. Dit is bijvoorbeeld de EU Data Boundary van Microsoft, het contractuele raamwerk waarmee Microsoft garandeert dat EU data binnen de grenzen van de Unie blijven. Amazon heeft ook iets dergelijks.

Wie de juiste set papieren doorloopt, de afspraken reviewt en de juiste kruisjes bij de juiste opties zet, heeft formeel de doorgifte goed afgeschermd.

De praktische kant is iets ingewikkelder, en dat zie je al meteen aan termen als “behoudens bijzondere gevallen” in die MS belofte. (Andere aanbieders hebben dit net zo goed, Amazon houdt het bij “or to comply with law”.) Soms moet data toch naar de VS, denk aan klantenservice of incidentanalyse na een cyberaanval. Of omdat de Amerikaanse justitie dit eist.

Of en in hoeverre die laatste eis mag, is nog steeds onderwerp van héél veel discussie. De Amerikaanse CLOUD Act staat daarbij centraal. Al in 2022 stelde ons NCSC dat “data en (persoons)gegevens die in Europa worden verwerkt en opgeslagen, en dus in beginsel in Europa zijn en blijven, [soms vallen] onder Amerikaanse wetgeving en kunnen door de Amerikaanse overheid worden opgevraagd op basis van de CLOUD-Act.”

Het lastige aan deze discussie is wanneer sprake is van ‘soms’, met name als het gaat om een Europees dochterbedrijf dat zich nadrukkelijk niet op de Amerikaanse markt richt en organisatorisch onafhankelijk binnen het concern opereert. Die dochter is dan niet aan Amerikaanse jurisdictie onderworpen, en bovendien onder de AVG verboden om mee te werken aan Amerikaanse bevelen (art. 48 AVG). Maar de moeder (Microsoft Inc in Seattle, Washington) is dat natuurlijk wel – en die zou druk op de dochter kunnen uitoefenen, of de directie ontslaan en een gewilliger setje installeren.

Daar staat dan weer tegenover dat het de core business van het bedrijf is om EU compliant te opereren. Dus er is dan ruimte voor tegendruk, zeker omdat die Europese directeuren geen zin hebben in claims van Europese toezichthouders. En de directie vervangen gaat hoe dan ook flink opvallen.

Natuurlijk, technische trucs kunnen altijd. Men kan een achterdeur in de onderliggende software hebben gebouwd, zo subtiel dat de ISO auditor het niet gezien heeft. Men kan dataleidingen voorzien hebben van een aftakking naar de VS, om zo stiekeme kopietjes te trekken. En ook organisatorisch: men zou een Amerikaanse expat-systeembeheerder persoonlijk onder druk kunnen zetten om die kopie te trekken.

Maar dan komen we buiten het juridisch kader waar je redelijkerwijs over na moet denken, en meer in de sfeer van cybercriminaliteit binnen de organisatie. Want laten we wel wezen: wat is dan nog het verschil met een systeembeheerder die van een Colombiaans kartel die kopie moet trekken of een achterdeur gebouwd door Cozy Bear? Tegen beiden moet je je wapenen, en dat lost dan meteen dat (in de EU écht illegale) gedrag van de moedermaatschappij op.

Wat mij betreft is het antwoord dus: als jij zaken doet met een Europees bedrijf – dochter van een Amerikaans concern of niet – en de data blijft fysiek in de EU met waarborgen tegen aftappen en stiekeme kopietjes, dan zit je van de Europese regelgeving goed. Waarbij meehelpt dat juristen dan mogen zeggen: en als dat niet zo is, dan zat je in ieder geval samen met iedereen fout. Want dat maakt het minder erg.

Arnoud

Het bericht Mag ik ondertussen data in de cloud zetten als die fysiek in Europa blijft? verscheen eerst op Ius Mentis.

Pagina's

Abonneren op Informatiebeheer  aggregator - Rechten