U bent hier

Rechten

Big-tech lobby bepaalt de regels over big-tech in Europa

Bits of Freedom (BOF) - 21 oktober 2021 - 6:22am

De dominantie van Google en Facebook is funest voor het publieke debat online. Dat roepen we al langer. Maar die dominantie is ook voelbaar bij de regulering van diezelfde platformen. Enorme bedragen worden uitgegeven door big-tech om Europese wet- en regelgeving te beïnvloeden.

100 miljoen euro per jaar

Jaarlijks besteden grote technologiebedrijven samen bijna 100 miljoen euro aan het beïnvloeden van de Europese beleidsmakers. Daarmee steken deze bedrijven de farmaceutische en financiële branches de loef af. Google en Facebook besteden meer dan 5,5 miljoen euro aan hun Europese lobby, Apple en Amazon om en nabij de 3 miljoen euro. In werkelijkheid zijn hun bestedingen vermoedelijk hoger, omdat ze niet alleen individueel lobbyen, maar soms ook samen optrekken in brancheorganisaties, denktanks en met "onafhankelijke" consultants. Die brancheorganisaties besteden samen meer geld dan de onderste driekwart van de lijst met lobbyende clubs tezamen. Deze cijfers zijn uitgezocht door twee organisaties die gespecialiseerd zijn op dit onderwerp: Corporate Europe Observatory and Lobbycontrol.

Ons werk is er voor alle mensen, want mensenrechten zijn er voor alle mensen.

De impact van al dat geld is direct zichtbaar in de gevoerde gesprekken. Het zijn de commerciële bedrijven die het vaakst aan de tafel zitten bij de wetgevende instanties in Europa. Driekwart van de gesprekken die de Europese Commissie voerde over de nieuwe regels waarmee de macht van platformen ingeperkt moet gaan worden zijn, ironisch genoeg, met lobbyisten uit de industrie. Slechts één op de vijf keer zit de Europese Commissie met een organisatie aan tafel die opkomt voor een algemeen belang. Wat niet uit het onderzoek naar voren komt, maar wat we wel vermoeden, is dat de gesprekken van de commerciële bedrijven vaak eerder plaatshebben én bovendien met de meer machtige personen.

Gedeelde last

En om dit alles in perspectief te zeggen, nemen we je ook graag mee in onze realiteit. De voorgestelde wetgeving om de macht van platforms in te perken is een gigantisch dik pak aan regels over een veelvoud aan onderwerpen. Van moderatie tot mededinging en van handhaving tot algoritmes. Geen van de Europese organisaties die opkomen voor de bescherming van digitale mensenrechten heeft de capaciteit om dat allemaal op te pakken. Elk van die organisaties die actief zijn op deze wetgeving richt zich daarom op één of hooguit een paar deelonderwerpen. Maar vergis je niet. In sommige lidstaten bestaat er helemaal geen digitale burgerrechtenbeweging. Of wordt die draaiende gehouden door vrijwilligers die de late avonduurtjes besteden aan de bescherming van fundamentele grondrechten. Of bestaan er voor hen andere en nog urgentere onderwerpen. Kortom, ook met deze samenwerking is er onvoldoende capaciteit om ons met alle deelonderwerpen bezig te houden. Toezicht en handhaving zijn daardoor een van de onderschoven kindjes.

75% van de gesprekken die de Europese Commissie over de nieuwe big-tech regels voerde zijn met lobbyisten uit de industrie.

Wat bijdraagt aan die scheefgroei is de verhouding tussen capaciteit en de te beschermen belangen. Organisaties als de onze komen op voor een algemeen belang. Ons werk is er voor alle mensen, want mensenrechten zijn er voor alle mensen. Die paar dominante bedrijven die tegenover ons staan, komen enkel en alleen op voor de bescherming van hun eigen, en veel beperktere, belangen. En dus is het des te wranger dat die bedrijven heel veel meer kunnen spenderen aan hun lobby.

Scheve verhouding

Soms zeggen de bedrijven wel dat ze die regels graag willen. Maar daarbij lobbyen ze wel alleen voor regels die hun dominantie positie niet beperkt. Of misschien alleen maar nog groter maakt. Voor regels over moderatie bijvoorbeeld. Het maakt het voor Facebook alleen maar eenvoudiger om bij fouten te wijzen naar de wetgever. Maar regels die de marktdominantie van Facebook verkleinen, zouden volgens het platform innovatie in gevaar brengen. Zo'n regel zou slecht voor andere bedrijven en de gebruiker. Of ze maken beleidsmakers angstig omdat zulke regels Europa op een achterstand zouden zetten ten opzichte van de Verenigde Staten of, nog erger, China.

Vind je de verhouding ook wat scheef? Help ons meer impact hebben en steun nu!

De consequenties zijn gigantisch. De enorme lobbymacht van deze bedrijven maakt dat deze bedrijven ook bijzonder dominant zijn bij de totstandkoming van regels. Ook als die regels juist tot doel hebben de macht van die bedrijven in te perken. Dat zorgt ervoor dat die regels uiteindelijk veel meer dan bedoeld en gewenst de belangen van deze bedrijven dienen. En dus niet die van jou.

Dit moet anders

Dit moet natuurlijk anders. Politici en beleidsmakers moeten bewust zijn van het gebrek aan evenwicht in de capaciteit om op te komen voor belangen. Het gaat al een beetje helpen als er meer openheid komt over wie wanneer waarover spreekt. En ze moeten ook hun huiswerk doen: niet alleen de lobbyist aanhoren, maar ook verifiëren wie haar of hem betaald. Daarnaast moeten politici en beleidsmakers zelf actief op zoek gaan naar stemmen die anders niet gehoord worden. En er zouden best striktere regels mogen komen voor politici of beleidsmakers die de overstap maken naar het bedrijfsleven om daar te lobbyen bij hun voormalige collega's.

Categorieën: Openbaarheid, Privacy, Rechten

Op de rol: ‘Ik heb niets met die vogels te maken’

Verslag van een rechtszitting

Een liefhebber van zangvogels koopt eind juli 2018 via Marktplaats roodborstjes in Wassenaar. Dat mag helemaal niet, want de Erithacus rubecula is een beschermde inheemse vogel. Hoe dan ook, de koper is ontevreden over zijn aanschaf (3 vogeltjes voor 100 euro) omdat de roodborstjes niet juist zijn geringd. En dan krijgt hij van dezelfde verkoper een WhatsAppbericht: of hij belangstelling heeft voor 3 merels.

De geelgesnavelde merel (Turdus merula) is ook een zangvogel. Hij maakt ons blij met zijn fraaie lied, dat hij volgens de Vogelbescherming in het voorjaar ‘vanaf een hoge plek’ ten gehore brengt. De merel komt het meest voor in groene buitenwijken en in vochtige bossen met veel ondergroei. En hij is net als het roodborstje beschermd.

Politie

De verbolgen zangvogelliefhebber belt de politie en geeft het mobiele nummer van de vogelverkoper. De politie in Wassenaar heeft vaker van doen gehad met de eigenaar van dit 06-nummer. Agenten nemen poolshoogte bij zijn villa in het lommerrijke dorp. Ze zien in de tuin een inactieve vangkooi en op de veranda 3 kooien met merels. De merels zijn druk. Dat wijst erop dat ze recent uit de lucht zijn geplukt. Voldoende reden om de 66-jarige Milan* te ontbieden op het politiebureau aan de Hofcampweg. Die ontmoeting loopt behoorlijk uit de hand. Een boete belooft Milan niet te betalen. ‘Laat het maar voor de rechter komen.’

Hond

‘De politie in Wassenaar is een racistische organisatie. Ze wilden mij in de val lokken. Ik ben er als een hond behandeld’, zegt Milan vandaag tegen de Haagse economische politierechter. Hij heeft de boete (strafbeschikking) van 1.000 euro inderdaad niet betaald. Waarom niet, wil rechter Linda Bannink weten. ‘Omdat ik niets met die vogels te maken heb. Ik heb geen vogels gevangen en ik heb ze niet verkocht’, zegt Milan. ‘Ik was in die periode heel erg ziek en verbleef bij mijn broer. Als je een paar dagen weg bent, dan wordt er ingebroken. Een kennis van mij zat in mijn huis. Die man heeft 20 jaar voor mij gewerkt op Bali en hij was in Nederland. Hij gebruikte ook mijn mobiele telefoon.’

Auto

Of Milan dus op het politiebureau wilde komen. Dat doet-ie, met een brief in zijn hand waarin zijn broer schrijft dat Milan psychisch niet in staat is om iets te zeggen. De rechter: ‘Het heeft op zich niet met deze zaak te maken, maar het is toch opmerkelijk. U kunt wél met de auto naar het bureau komen, maar u kunt geen woord wisselen met een politieagent. U reageert nergens op. Ze nemen daarop uw rijbewijs in. Wat ook opvalt, is dat agenten de volgende dag u bij een buurtonderzoek zien lopen in uw tuin, terwijl u de dag ervoor nog zo moeilijk ter been was.’ Zo vreemd is dat niet, reageert Milan. ‘Ik heb heftige jichtaanvallen. Daar slik ik medicijnen voor. Op de dag dat ik naar het bureau ging, heb ik het verkeerde medicijnen ingeslikt. Ik had mijzelf niet meer onder controle.’

Overleden

De politie maakt op het bureau foto’s van Milan en van zijn rijbewijs, en laat die zien aan de vogeltjeskoper. ‘Ja, dit is de mijnheer van wie ik de vogels heb gekocht. Dat is hem, 100 procent’, leest politierechter Bannink voor uit het dossier. Onmogelijk, reageert Milan. ‘Die man heeft tegen de politie gezegd dat ik 50 jaar was, nou dat ben ik niet. Ik ben 66. Hij zegt dat ik Indisch ben, dat ben ik niet. Dan heeft hij mij toch niet beschreven?’ Hij heeft wellicht zijn Balinese kennis gezien. Van de kennis zullen we trouwens niets horen, want die is overleden, zegt Milan.

Vertaald

Officier van justitie Hans Eijkelboom kan het allemaal maar moeilijk geloven. ‘De advertenties op Marktplaats zijn in het Nederlands geschreven, de Whatsapp-correspondentie over de vogels was ook in het Nederlands. Dat is opmerkelijk voor iemand uit Bali.’ Milan: ‘Hij schreef het eerst in het Indonesisch en daarna heeft hij het vertaald.’ Officier Eijkelboom: ‘En die meneer had ook toegang tot uw Marktplaats-account en uw e-mail? De advertenties zijn via uw e-mailadres aangebonden.’ Milan: ‘Dat adres is van mijn ex-vrouw. Hij kon mijn telefoon en mijn internet gebruiken.’

Bewijs

De officier van justitie is niet onder de indruk van Milans versie der gebeurtenissen. ‘Ik hoor uw verhaal, maar in het hele dossier is niets te vinden over die mijnheer uit Bali. Uw buurvrouw heeft ú wel zien lopen, maar niemand anders gezien. Kunt u aantonen dat die mijnheer in uw huis heeft gezeten?’ ‘Ik vind het zo min van de politie, want ik heb ze laten zien dat die man is overleden’, antwoordt Milan. De officier: ‘Maar dat is toch geen bewijs dat die meneer hier is geweest?’ Milan: ‘Hoe moet ik dat bewijzen?’ De officier: ‘Dat weet ik niet. Het is aan u om dat geloofwaardig te maken. Alles wat ter sprake is gekomen, ondersteunt uw geloofwaardigheid niet.’

Kringloop

Zou hij een werkstraf kunnen uitvoeren of een boete kunnen betalen als er een straf volgt, vraagt politierechter Bannink. ‘Ik heb een zwakke gezondheid en ik heb helemaal niets meer. Mijn vrouw heeft op alles beslag laten leggen. Het huis wordt verkocht. Ik zie er nu netjes uit, maar mijn kleding komt van de kringloop’, zegt Milan. ‘Dan zou alleen een gevangenisstraf overblijven’, reageert de officier van de justitie. ‘Dat vind ik een hele zware straf’, zegt Milan. Officier Eijkelboom: ‘Ik ook. Maar ik zie niet in waarom u geen aangepaste werkstraf zou kunnen doen.’ Milan: ‘Toch verzoek ik de rechtbank mij dan een geldboete te geven.’

Benadeeld

Een geldboete lijkt officier Eijkelboom redelijk voor het gebruik van een (verboden) vogelval en voor het aanbieden van beschermde vogels. De officier van justitie: ‘Mijnheer zegt: “Ik weet van niets, ik was ziek, mijn kennis heeft het allemaal gedaan”, maar dat heeft hij op geen enkele manier aannemelijk gemaakt.’ De officier kan niet bewijzen dat Milan zelf de vogels heeft gevangen, maar ‘gevoelsmatig heb ik die overtuiging wel’. ‘Mijnheer heeft een strafblad van 10 pagina’s, daar houd ik rekening mee. Ik houd ook rekening met zijn draagkracht en vraag u daarom een boete op te leggen van 1.000 euro, te betalen in 20 termijn van 50 euro.’ ‘Ik ben geshockeerd door de eis van de officier van justitie’, reageert Milan. ‘Ik heb dat geld niet. Ik ben als een hond behandeld door de politie en ik heb 1,5 jaar lang geen rijbewijs gehad. Ik ben genoeg benadeeld.’ 

Pijn

‘Ik ga de officier van justitie volgen’, besluit politierechter Bannink. ‘Het is niet aannemelijk en ook niet geloofwaardig dat iemand anders in uw woning die vogels heeft aangeboden. U hebt kooien voorhanden gehad waarmee de vogels zijn gevangen. Ik geef u het voordeel van de twijfel over het vangen. Iemand anders zou de vogels gevangen kunnen hebben. U hebt de vogels wel te koop aangeboden. Ik begrijp dat het pijn deed dat uw rijbewijs werd ingenomen, maar dat heeft wat mij betreft niets met deze zaak te maken. Ik leg u een geldboete op van 1.000 euro, die u in termijnen kunt voldoen. Als u niet betaalt, dan staan daar 20 dagen vervangende hechtenis tegenover.’ Milan had graag de vangkooien terug, maar dat gebeurt niet.

* Dit is niet zijn echte naam.

Lees hier meer 'Op de Rol'-verhalen.

Categorieën: Rechten

From Bangkok to Burlington — The Public Interest Social Internet

This blog post is part of a series, looking at the public interest internet—the parts of the internet that don’t garner the headlines of Facebook or Google, but quietly provide public goods and useful services without requiring the scale or the business practices of the tech giants. Read our earlier installments.

In the last installment, we discussed platforms that tie messaging apps together. These let users chat with more people more easily, no matter where they are or what app they’re using, making it possible for someone using the latest chat tool, like Slack, to talk to someone on a decades old-platform like IRC. But localized services matter to the public interest internet as well. While  forums like Nextdoor have drawn attention (and users) for offering neighborhood communication regardless of your zip code, other services that predate those—and get around many of their controversies—do exist. 

Is the best of the Internet doomed to exist in just some narrow strongholds? 

This post will be about two very different social networks:

The first is Front Porch Forum, a Vermont-local platform that is “a micro hyperlocal social network,” tied to local services and with a huge percentage of uptake of local users. A caveat that many find more freeing than restricting: comments, replies, and posts don’t reach their neighbors until the following day, in a newsletter-style digest.

The other is Pantip, which is one of the top ten websites in Thailand. It’s a giant compared to Front Porch Forum, but its ability to persist—and stay independent—make it a worthwhile subject.

Growing Slowly 

Cofounders Michael and Valerie Wood-Lewis, of Burlington, Vermont, began Front Porch Forum in the early 2000’s by passing out flyers in their neighborhood. The goal wasn’t to build a company, or create a startup—it was to meet their neighbors. Users of other neighborhood sites will be familiar with the benefits of a local online community—posts ranged early on from people looking to borrow tools to helping one another find lost pets. 

As the site grew, others outside of Burlington asked to join. But Wood-Lewis turned them down, opting to focus the community on his area only. At first, he created a how-to guide for those who wanted to build their own local network, but eventually, the site allowed anyone in Vermont to join (it’s now expanded to some parts of New York and Massachusetts). 

But even as it's grown, the focus has been on public good—not profit. Instead of increasing the amount of posts users can make to drum up more content (and space for ads), the site has continued functioning effectively as an upgrade to its earlier listserv format. And rather than collect data on users beyond their location (which is necessary to sign up for the site and communicate with neighbors), or plastering it with advertising, Wood-Lewis uses Front Porch Forum’s hyperlocal geography to its advantage

“We have been pretty much diametrically opposed to the surveillance business model from the beginning. So our basic business model is we sell ads, advertising space to local businesses and nonprofits. The ads are distributed by geography, and by date, and that's it. There's no, "Yeah, let's check people's browser history, or let's pry into people's lives." We do not do that.”

These simple ads make it easy for local businesses and others to offer services to their community without hiring a graphic designer or having to learn anything complicated about online advertising, like how to make contextual ads that rely on perceived user interests (and data). 

In contrast to the well-known issues of racism and gatekeeping on Nextdoor or Ring’s Neighbors app, Wood-Lewis attributes the general positivity of the site to a variety of factors that are all baked into the public interest mindset: slow-growth, a focus on community, and moderation. But not necessarily that kind of moderation—while posts are all reviewed by moderators, and there are some filtering tools, posts typically come out as a newsletter, once a day, by default. If you want to yell at your neighbor, you’ve got the option to mail them directly through the site, but you’re probably better off knocking on their door. Users say that while most of the internet “is like a fire hose of information and communication, Front Porch Forum is like slow drip irrigation.” 

While Front Porch Forum has grown, it’s done so through its own earnings and at its own pace. While many of the most popular social networks need to scale to perform for investors, which relies on moving fast and breaking things, Front Porch Forum could be described as a site for moving slowly and fixing things.


Staying Afloat Despite Free Speech Challenges

On the other side of the world, the forum Pantip, a sort of Thai reddit, has grown to be one of the most popular sites in the country since its creation in 1997. Pantip's growth (and survival) is all the more significant because Thailand has some of the harshest legal frameworks in the world for online speech. Intermediaries are strictly liable for the speech of their users, which is particularly troubling, since the crime of criticizing members of the royal family (“lese majeste”) can lead to imprisonment for both poster and site administrator. 

As a result, the site’s strict rules may seem overbearing to Western users—participating in the upvoting and points system requires validating your identity with a government ID, for example—yet the site remains popular after over twenty years of being run without outside investment. Pantip has navigated treacherous waters for a very long time, and has even had parts of the site shut down by the government, but it chugs along, offering a place for Thai users to chat online, while many other sites have been scuppered. For example, many newspapers have shut down comment sections for fear of liability. Though this legal regime puts Pantip’s owner in danger, particularly during regime changes—he still won't sell out to bigger companies:  “Maybe I’m too conservative. I don’t believe that internet [business] needs a lot of money to run. Because we can do internet business with a very small [investment].” 

Models for the Future?

Neither Front Porch Forum nor Pantip get the headlines of a Facebook or a Twitter—but not because they're unsuccessful. Rather, their relatively specific rules and localized audiences make them poor models for scaling to world domination. To a certain extent, they benefit from not garnering huge amounts of publicity. In Front Porch Forum's case, mass appeal is irrelevant — the site’s membership spreads by word of mouth in a local context, and advertising revenues grow with it. For Pantip, it's better to keep a low profile, even if hundreds of thousands of users are in on the secret. And both sites are proof that social media doesn't have to be run by venture capital-funded, globally-scaled services, and that we don’t need a Facebook to give people in local areas or in developing countries forums to connect and organize.

But is part of their success due to Front Porch Forum and Pantip’s lack of interest in disrupting the tech giants of the world? If the Public Interest Internet is an alternative to Facebook and Google, is it really a viable future for just a few lucky groups? Is the best of the Internet doomed to exist in just some narrow strongholds? Or can we scale up the human-scale: make sure that everyone has their own Front Porch, or Pantip close to hand, instead of having to stake everything in the chilly, globalised space of the tech giants?

One area of the Net that has been with it since the beginning, and has managed to both be a place for friends to collaborate, and somewhere that has made a wider impact on the world, is the subject of the next post in this series. We’re going to discuss the world of fan content, including the Hugo Award-winning fanfiction archive at Archive of Our Own, and how the Public Interest Internet makes it possible for people to comment on and add to the stories they love, in places that better serve them than our current giants.

This is the sixth post in our blog series on the public interest internet. Read more in the series:

Categorieën: Openbaarheid, Privacy, Rechten

Heeft de politie iets te verbergen?

Bits of Freedom (BOF) - 20 oktober 2021 - 10:00am

De politie weigert uitleg te geven en de minister ontkende eerst, maar krabbelt nu terug. Kortom, het gebrek aan transparantie over het (experimentele) gebruik van Clearview AI door de Nederlandse politie wordt steeds ongemakkelijker.

Waar rook is is vuur

"Biometrische surveillance, in de zin van real time gezichtsherkenning, wordt op dit moment in Nederland niet gedaan." schrijft minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker in de beantwoording van Kamervragen over het gebruik van Clearview AI door de Nederlandse politie. Een stellig antwoord na de publicatie van Buzzfeed waaruit blijkt dat er tussen de 51 en de 100 zoekslagen zijn uitgevoerd door Nederlandse agenten. Maar volgens minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid is dat antwoord te ruim. Hij corrigeert minister Dekker: "Voor het gebruik van biometrische surveillance in de publieke ruimte door de politie, in de zin van real time gezichtsherkenning, wordt op dit moment in de politieorganisatie geen toestemming gegeven."

Hier wordt duidelijk teruggekrabbeld. En dat zorgt voor ongemak, want het laat veel vragen open: Werd er eerder wel toestemming voor gegeven? Of gaat dat nog gebeuren? Werd er zonder toestemming gebruik van gemaakt? Ook de politie laat deze ruimte door te zeggen dat zij gebruik door individuele agenten niet kan uitsluiten . De afwezigheid van een helder verhaal wekt de indruk dat de politie onvoldoende grip heeft op het gebruik van ingrijpende technologie door haar medewerkers en dat de minister dit afdekt.

Eerlijkheid duurt het langst

Ook uit andere landen waar eerst stellig beweerd werd dat er geen gebruik van Clearview AI werd gemaakt klinken nu andere verhalen. In België is het controleorgaan op de politie een intern onderzoek gestart waaruit naar boven kwam dat er wel degelijk zoekslagen zijn uitgevoerd. De politie in Finland komt ook terug op de ontkenning en zegt de technologie te hebben getest. En ook in Zweden, is er door onderzoek van de toezichthouder boven water gekomen dat en hoe de politie gebruik heeft gemaakt van de dienst.

Dat andere Europese regeringen dit nu toegeven, maakt de inzet van deze technologie niet beter. Maar hun heldere verhaal zorgt er wel voor dat men meer vertrouwen in de politie kan hebben. Dat burgers er op kunnen rekenen dat er controle bestaat op het gebruik van technologie door de politie en dat het beschermen van de rechten en vrijheden van burgers iets is dat de politie serieus neemt. Maar in Nederland zegt de politie dat zij het gebruik door individuele agenten niet kan uitsluiten en de minister durft alleen toe te zeggen dat er officieel geen toestemming voor wordt gegeven en het daarbij gelaten wordt. Dat soort vage taal geeft ons weinig vertrouwen.

Dit gebrek aan openheid is onacceptabel

Waar rook is is vuur en nu kunnen we alleen vermoedens, en geen duidelijkheid hebben. Dat is erg ongemakkelijk. Er moet transparantie komen over het gebruik van Clearview AI door (medewerkers van) de Nederlandse politie. En er moet helderheid komen over hoe de minister gaat voorkomen dat dit in de toekomst gebruikt kan worden. Want met dit soort woordenspelletjes ondermijn je als minister niet alleen je eigen geloofwaardigheid, maar ook ons vertrouwen in de politie. Dat kan niet de bedoeling zijn.

Categorieën: Openbaarheid, Privacy, Rechten

Politie stuurt waarschuwingsbrief naar vermeende afnemers ddos-dienst

IusMentis - 20 oktober 2021 - 8:13am

geralt / Pixabay

De politie heeft afgelopen maandag een waarschuwingsbrief gestuurd naar 29 mensen die in verband worden gebracht met het afnemen van ddos-diensten. Dat meldde Security.nl onlangs. “We hebben je geregistreerd in ons systeem en je krijgt nu een laatste waarschuwing. Als zich in de toekomst nieuwe soortgelijke feiten voordoen, gaan we over tot vervolging. Houd in dat geval rekening met een veroordeling, strafblad en het kwijtraken van je computer en/of laptop”, zo staat in de brief vermeld.

De briefontvangers zouden via de website MineSearch ddos-diensten hebben afgenomen, waarmee het mogelijk was om tegen betaling ddos-aanvallen te laten uitvoeren. Vorig jaar juli doorzocht politie de woningen van twee verdachten die vermoedelijk bij de website betrokken zijn. Daarbij kwamen deze klantgegevens (ik moet nu zeggen: allegedly-klant) kennelijk naar boven, en dan is het logisch dat je die mensen eens héél serieus aanspreekt.

Maar mag het, is dan gelijk de vraag die ik her en der zie. Het deed me denken aan die zaak uit januari waarbij de politie sms-berichten had gestuurd naar contacten die in de telefoons van vermeende drugsdealers werden aangetroffen. Logisch zou je zeggen, dat zullen vermoedelijk wel klanten zijn en het kopen van drugs is strafbaar, dus dat geeft een redelijk vermoeden van schuld.

De hoofdregel uit strafvordering (opsporing en bestrijding van strafbare feiten) is dat de politie alleen mag doen wat in het wetboek geregeld is. Ja, behalve wat geen of geringe inbreuk maakt op de grondrechten. Een praatje maken op straat is dus bijvoorbeeld gewoon prima, dat kun je moeilijk een inbreuk op je grondrechten noemen. Iemand meenemen naar het bureau voor een verplicht praatje is dat wel, en dat is dan ook wettelijk geregeld. Idem voor het doorzoeken van een in beslag genomen administratie of C&C server van een botnet.

Voor mij speelt hier ook mee dat er meer aanwijzingen zijn dan “je staat in de telefoon van een dealer”: je gegevens van een betaalde transactie voor een criminele dienst staan in de administratie van de (vermoedelijke) crimineel die deze verzorgde. Je bent onschuldig tot het tegendeel bewezen is, maar hier de vermoorde onschuld bepleiten is toch wel erg ingewikkeld in deze omstandigheden. We hebben je geregistreerd in ons systeem en je krijgt nu een laatste waarschuwing. Als zich in de toekomst nieuwe soortgelijke feiten voordoen, gaan we over tot vervolging. Houd in dat geval rekening met een veroordeling, strafblad en het kwijtraken van je computer en/of laptop. Er lijkt mij gezien die feiten eigenlijk al genoeg aanleiding te zijn om direct tot onderzoek en aanhouding over te gaan, dus dan is deze brief volgens mij juist een tegemoetkoming en niet een juridisch probleem.

Arnoud

Het bericht Politie stuurt waarschuwingsbrief naar vermeende afnemers ddos-dienst verscheen eerst op Ius Mentis.

EFF Files New Lawsuit Against California Sheriff for Sharing ALPR Data with ICE and CBP

The Marin County Sheriff illegally shares the sensitive location information of millions of drivers with out-of-state and federal agencies, including Immigration and Customs Enforcement (ICE) and Customs and Border Protection (CBP). The Sheriff uses automated license plate readers (ALPRs)—high-speed cameras mounted on street poles or squad cars—to scan license plates and record the date, time, and location of each scan. This data can paint a detailed picture of the private lives of Marin County residents, including where they live and work, visit friends or drop their children off at school, and when they attend religious services or protests.

Last week, EFF filed a new lawsuit on behalf of three immigrant rights activists against Sheriff Bob Doyle and Marin County for violating two California laws that protect immigrants and motorists’ privacy. Our co-counsel are the ACLU Foundations of Northern California, Southern California, and San Diego & Imperial Counties, and attorney Michael Risher. We seek a court order prohibiting the Sheriff from sharing ALPR data with out-of-state and federal agencies.

The Marin Sheriff’s ALPRs scan thousands of license plates each month. That sensitive data, including photos of the vehicle and sometimes its drivers and passengers, is stored in a database. The Sheriff permits over 400 out-of-state and 18 federal agencies, including CBP and ICE, to run queries of full or partial license plates against information the Sheriff has collected.

This data sharing particularly impacts the safety and privacy of immigrants, communities of color, and religious minorities. Like many other surveillance technologies, ALPRs have a history of disproportionately impacting marginalized communities. ICE has used ALPR data to detain and deport immigrant community members. NYPD used ALPRs to scan license plates near mosques.

The Sheriff’s sharing of ALPR data to entities outside of California violates state law. S.B. 34, enacted in 2015, prohibits California law enforcement agencies from sharing ALPR data with entities outside of California. Moreover, the California Values Act (S.B. 54), enacted in 2018, limits the use of local resources to assist federal immigration enforcement, including the sharing of personal information.

To learn more, read the complaint, the press release, our case page, the ACLU of Northern California’s case page, and our clients’ statements.

Related Cases: Lagleva v. Marin County Sheriff
Categorieën: Openbaarheid, Privacy, Rechten

After Years of Delays and Alarmingly Flimsy Evidence, Security Expert Ola Bini’s Trial Set for This Week

For over two years EFF has been following the case of Swedish computer security expert Ola Bini, who was arrested in April, 2019, in Ecuador, following Julian Assange's ejection from that country’s London Embassy. Bini’s pre-trial hearing, which was suspended and rescheduled at least five times during 2020, was concluded on June 29, 2021. Despite the cloud that has hung over the case—political ramifications have seemed to drive the allegations, and Bini has been subjected to numerous due process and human rights violations—we are hopeful that the security expert will be afforded a transparent and fair trial and that due process will prevail. 

Ola Bini is known globally as a computer security expert; he is someone who builds secure tools and contributes to free software projects. Ola’s team at ThoughtWorks contributed to Certbot, the EFF-managed tool that has provided strong encryption for millions of websites around the world, and in 2018, Ola co-founded a non-profit organization devoted to creating user-friendly security tools.

ola_cypher.png Disable Stretch: 

From the very outset of Bini’s arrest at the Quito airport there have been significant concerns about the legitimacy of the allegations against him. In our visit to Ecuador in July, 2019, shortly after his arrest, it became clear that the political consequences of Bini’s arrest overshadowed the prosecution’s actual evidence. In brief, based on the interviews that we conducted, our conclusion was that Bini's prosecution is a political case, not a criminal one. His arrest occurred shortly after Maria Paula Romo, then Ecuador’s Interior Minister, held a press conference to claim (without evidence) that a group of Russians and Wikileaks-connected hackers were in the country, planning a cyber-attack in retaliation for the government's eviction of Assange; a recent investigation by La Posta revealed that the former Minister knew that Ola Bini was not the "Russian hacker" the government was looking for when Bini was detained in Quito's airport. (Romo was dismissed as minister in 2020 for ordering the use of tear gas against anti-government protestors).

A so-called piece of evidence against Bini was leaked to the press and taken to court: a photo of a screenshot, supposedly taken by Bini himself and sent to a colleague, showing the telnet login screen of a router. The image is consistent with someone who connects to an open telnet service, receives a warning not to log on without authorization, and does not proceed—respecting the warning. As for the portion of a message exchange attributed to Bini and a colleague, leaked with the photo, it shows their concern with the router being insecurely open to telnet access on the wider Internet, with no firewall.

Bini’s arrest and detention were fraught with due process violations. Bini faced 70 days of imprisonment until a Habeas Corpus decision considered his detention illegal (a decision that confirmed the weakness of the initial detention). He was released from jail, but the investigation continued, seeking evidence to back the alleged accusations against him. After his release the problems continued, and as the delays dragged on, the Office of the Inter-American Commission on Human Rights (IACHR) Special Rapporteur for Freedom of Expression included its concern with the delay in Bini’s trial in its 2020's annual report. At the time of our visit, Bini's lawyers told us that they counted 65 violations of due process, and journalists told us that no one was able to provide them with concrete descriptions of what he had done. 

In April 2021, Ola Bini’s Habeas Data recourse, filed in October 2020 against the National Police, the Ministry of Government, and the Strategic Intelligence Center (CIES), was partially granted by the Judge. According to Bini's defense, he had been facing continuous monitoring by members of the National Police and unidentified persons. The decision requested CIES to provide information related to whether the agency has conducted surveillance activities against the security expert. The ruling concluded that CIES unduly denied such information to Ola Bini, failing to offer a timely response to his previous information request. 

Though the judge decided in June’s pre-trial hearing to proceed with the criminal prosecution against Bini, observers indicated a lack of a solid motivation in the judge's decision. The judge was later "separated" from the case in a ruling that admitted the wrongdoing of successive pretrial suspensions and the violation of due process. 

It is alarming, but perhaps not surprising, that the case will proceed after all these well-documented irregularities. While Ola Bini’s behavior and contacts in the security world may look strange to authorities, his computer security expertise is not a crime. Since EFF's founding in 1990, we have become all-too familiar with overly politicized "hacker panic" cases, which encourage unjust prosecutions when the political and social atmosphere demands it. EFF was founded in part due to a notorious, and similar, case pursued in the United States by the Secret Service. Our Coder’s Rights Project has worked for decades to protect the security and encryption researchers that help build a safer future for all of us using digital technologies, and who far too often face serious legal challenges that prevent or inhibit their work. This case is, unfortunately, part of a longstanding history of countering the unfair criminal persecution of security experts, who have unfortunately been the subject of the same types of harassment as those they work to protect, such as human rights defenders and activists. 

In June of this year, EFF called upon Ecuadors’ Human Rights Secretariat to give special attention to Ola Bini’s upcoming hearing and prosecution. As we stressed in our letter

Mr. Bini's case has profound implications for, and sits at the center of, the application of human rights and due process, a landmark case in the context of arbitrarily applying overbroad criminal laws to security experts. Mr. Bini's case represents a unique opportunity for the Human Rights Secretariat Cabinet to consider and guard the rights of security experts in the digital age.  Security experts protect the computers upon which we all depend and protect the people who have integrated electronic devices into their daily lives, such as human rights defenders, journalists, activists, dissidents, among many others. To conduct security research, we need to protect the security experts, and ensure they have the tools to do their work.

The circumstances around Ola Bini's detention have sparked international attention and indicate the growing seriousness of security experts' harassment in Latin America. The flimsy allegations against Ola Bini, the series of irregularities and human rights violations in his case, as well as its international resonance, situate it squarely among other cases we have seen of politicized and misguided allegations against technologists and security researchers. 

We hope that justice will prevail during Ola Bini’s trial this week, and that he will finally be given the fair treatment and due process that the proper respect of his fundamental rights requires.

Categorieën: Openbaarheid, Privacy, Rechten

Wacht even, die Telegram takedown was een telefoon takeover

IusMentis - 19 oktober 2021 - 8:18am

ernestoeslava / Pixabay

Vorige week blogde ik dat het Openbaar Ministerie twee kanalen van complotdenkers op chatapp Telegram had laten blokkeren. Dat leek een inzet van het logische bevel te zijn (art. 54a Strafrecht) waarmee een officier van Justitie een tussenpersoon bepaalde content offline kan laten halen – na machtiging rechter-commissaris. Maar dat bevreemdde wel, want Telegram zit niet in Nederland en staat niet bekend om zijn inschikkelijkheid naar buitenlandse autoriteiten. En nu is uitgekomen dat het gewoon een handig gebruik van de telefoon van een verdachte was.

Zoals in het oorspronkelijke bericht stond: Afgelopen week werd er aangekondigd dat op een nieuw kanaal video’s zouden worden geplaatst met bedreigende, opruiende en lasterlijke inhoud. Daarop heeft het OM besloten om maatregelen te nemen. Het persbericht ging daar iets nader op in: De rechter-commissaris heeft vrijdag toestemming gegeven om de kanalen af te sluiten, zowel Bataafse Republiek en Bataafse Nieuws. Daarop heeft de politie de kanalen afgesloten, leden kunnen geen nieuwe berichten meer plaatsen. Die ene zin had ik denk ik even gemist, als je Telegram een bevel geeft dan zeg je niet dat “de politie” de kanalen afsluit maar dat “Telegram op bevel heeft afgesloten”. Bedenk ik me nu. Want nu is het bevel zelf gepubliceerd, en daaruit blijkt dat het net iets anders ligt dan “er is een bevel aan Telegram gegeven”: De rechter-commissaris: verleent aan de officier van justitie een machtiging tot het bevel aan een medewerker van de politie om via de telefoon van de verdachte de gegevens in de Telegram-groepen [naam groep 1], [naam groep 2] en [naam groep 3] ontoegankelijk te maken; [en] daarvan verslag te doen in een proces-verbaal en een afschrift hiervan te verstrekken aan de rechter-commissaris. Er was dus een telefoon van een verdachte in het bezit van de politie, en vanaf die telefoon was kennelijk nog een beheerdersaccount actief voor deze Telegram-kanalen. Technisch gezien is het dan niet zo moeilijk om de kanalen te sluiten. En dit is ook een stuk effectiever dan het bedrijf in een ver buitenland (Londen en Dubai) gaan sommeren om dingen te sluiten.

Het laat wel weer zien dat in Nederland de politie best veel kan; zowel technisch als juridisch. Want voor de juristen, dit valt onder artikel 125p Wetboek van Strafvordering, het op bevel ontoegankelijk maken van gegevens, en daaronder vallen dus ook chatkanalen.

Arnoud

 

 

Het bericht Wacht even, die Telegram takedown was een telefoon takeover verscheen eerst op Ius Mentis.

Was die CC0-Freigabe bedeutet und welche Möglichkeiten sie eröffnet

iRights.info - 19 oktober 2021 - 8:14am

Bildungsmaterialien, die unter „Creative Commons Zero“ freigegeben sind, lassen sich ganz ohne Einschränkungen verwenden. Damit eignen sie sich besonders für offene Bildungsmaterialien. Was sind die Voraussetzungen für eine Freigabe unter CC0? Was steht rechtlich dahinter? Und wo sind sie zu finden? Dieser Artikel stellt die Freigabe nach CC0 vor.

Bildungsmaterialien (wie Lehrbücher), aber auch digitale Materialien (wie Podcasts, Videos oder Fotos) sind in der Regel urheberrechtlich geschützt. Auch offene Bildungsmaterialien (englisch: Open Educational Resources, abgekürzt: OER) unterliegen in der Regel Urheberrechten, stehen aber häufig unter Creative-Commons-Lizenzen: Dadurch sind die Inhalte für bestimmte Nutzungen freigegeben: Welche Nutzungen genau, das regelt die jeweilige Lizenz.

Damit tragen Creative-Commons-Lizenzen dazu bei, dass freie Bildungsmaterialien verbreitet und weiterverwendet werden können: Solange sich Nachnutzer*innen an die Lizenzvorgaben halten, können sie die Inhalte verwenden, ohne bei den Urheber*innen oder Rechteinhaber*innen nachfragen zu müssen.

Gerade im Bereich der offenen Bildungsmaterialien ist es wichtig, dass Lizenzbedingungen so frei wie möglich gestaltet sind – andernfalls kann der Gedanke der Offenheit ins Leere laufen. Aus diesem Grund sind restriktive Lizenzen mit den Bausteinen „ND“ („No Derivatives“, keine Bearbeitung erlaubt) sowie „NC“ (Non-commercial, keine kommerzielle Nutzung) eher ungeeignet (siehe dazu den Artikel zu NC): Gerade im Bereich der Bildung kann die Abgrenzung zwischen kommerzieller und nicht-kommerzieller Nutzung besonders schwierig sein. Die vage Definition kommerzieller Nutzung führt dazu, dass aus Angst, gegen Lizenzvorschriften zu verstoßen, auch Nutzungen unterbleiben, die nicht klar als kommerziell gewertet werden können.

Zur Orientierung hilft auch diese Grafik von Creative Commons weiter: Oben finden sich die offenen Lizenzen und Lizenzmodule, also CC0 oder CC BY. Je weiter man dem Pfeil nach unten folgt, umso restriktiver und geschlossener werden die Vorgaben (insbesondere NC- und ND-Module).

Das Lizenzspektrum von Creative Commons, Shaddim unter CC-BY-4.0.

Creative Commons Zero: Einfach alles freigeben?!

Das Creative Commons-Lizenzmodell bietet ein Spektrum an Lizenzvorgaben und Nutzungsmöglichkeiten:  An dem einen Ende dieses Spektrums befindet sich die CC0-Freigabe. CC0 ist die Abkürzung für „Creative-Commons-Zero“. CC0 ermöglicht es, Inhalte so weiterzuverwenden, als wären sie bereits frei von Urheberrechten.

Daher auch die Null (englisch Zero): Denn mit CC0 gibt es null Bedingungen. Das heißt, dass Nachnutzende keine Vorgaben beachten müssen, wenn sie so lizenzierte Inhalte nutzen wollen. Sie müssen also weder Urheber- noch Lizenzhinweise anbringen, sie dürfen die Inhalte verändern und bearbeiten und auch kommerziell nutzen. Auch nach einer Bearbeitung müssen sie keine weiteren Urheber- und Lizenzhinweise angeben.

Trotzdem ist es empfehlenswert, auf die Freigabe der Inhalte hinzuweisen. Das macht man, indem man den CC0-Hinweis, etwa das Piktogramm, hinzufügt. Der Lizenzhinweis hilft allen nachfolgenden Nutzenden, die somit wissen, dass sie mit dem freigegebenen Material frei arbeiten können. Fehlt ein solcher Hinweis, müssten sie im Zweifel davon ausgehen, an den Inhalten seien „alle Rechte vorbehalten“.

CC0: Was ist der Unterschied zur Gemeinfreiheit?

Anders als bei einer freien Lizenz bestehen bei der Gemeinfreiheit gar keine Urheberrechte an einem Werk: entweder weil sie nie bestanden haben oder weil ihr Schutz abgelaufen ist. In Deutschland endet der Schutz von Werken in der Regel 70 Jahre nach dem Tod der Urheberin oder des Urhebers; anschließend geht ein Werk in die Gemeinfreiheit über.

Im angelsächsischen Raum können Schöpfer*innen die eigenen Urheberrechte komplett aufgeben. Das geht im kontinentaleuropäischen Urheberrecht nicht (dazu zählt auch das deutsche Urheberrecht): Ein vollständiger Verzicht auf das Urheberrecht ist hier nicht zulässig. Bestimmte Bestandteile des Urheberrechts – die Urheberpersönlichkeitsrechte – sind nach deutschem Recht nicht verzichtbar.

Die CC0-Freigabe löst diese Situation durch einen Kunstgriff: Nachnutzende erhalten mit CC0 eine Lizenz ohne weitere Bedingungen und eine verbindliche Zusage der Urheber*innen, möglicherweise verbleibende Rechte nicht durchzusetzen.

Zwar kommt die CC0-Freigabe damit in ihrer Wirkung der Gemeinfreiheit sehr nah. Rechtlich betrachtet ist es aber erforderlich, dass man aktiv wird, und zwar indem man das Werk explizit freigibt. Das bedeutet auch: Nur wer Urheberrechte an einem Werk besitzt, kann das Werk auch nach CC0 freigeben. Ob Werke dagegen gemeinfrei sind, wird allein durch Gesetze bestimmt. Die Gemeinfreiheit ist demnach keine Lizenz, sondern ein Zustand oder Status.

Was sind die Vor- und Nachteile von CC0?

Für Nutzende von Bildungsmaterialien, etwa Bildungseinrichtungen oder Lehrende, sind per CC0 freigegebene Inhalte ein Glücksgriff: Sie profitieren in besonderem Maß von einer Freigabe nach CC0. Zum einen müssen sie bei der Verwendung dieser Materialien keine urheberrechtlichen Konflikte befürchten. Zum anderen müssen sie grundsätzlich auch nicht auf die Lizenzbedingungen der anderen CC-Lizenzen achten; diese können in Grenzfällen schwierig sein, zum Beispiel was die Unterscheidung kommerziell/nicht-kommerziell bei NC betrifft. Auch lassen sich unter CC0 freigegebene Materialien beliebig mit Inhalten kombinieren, die unter anderen Lizenzen stehen.

Aus Sicht der Ersteller*innen und Urheber*innen liegen die Vorteile dagegen nicht unmittelbar auf der Hand: Sie geben ihre Inhalte mit CC0 komplett frei und können damit auch keinen Einfluss mehr darauf nehmen, was mit den eigenen Werken geschieht. Anders als bei den regulären Creative-Commons-Lizenzen lassen sich keine Bedingungen aufstellen oder bestimmte Nutzungen ausschließen, etwa eine Verwendung für kommerzielle Zwecke oder Bearbeitungen und Remixe.

Auf der anderen Seite unterstützen Ersteller*innen mit CC0 die Idee, dass der Zugang zu Bildungsmaterialien besonders einfach und offen sein soll. Die CC0-Freigabe setzt auch ein Zeichen dafür, dass sich offene Lernmaterialien ohne Hindernisse verbreiten können. Gerade öffentlich finanzierte Kultureinrichtungen wie beispielsweise Museen und Archive können so den offenen Zugang zu kulturellem Erbe unterstützen. Außerdem können Ersteller*innen ihre geschaffenen Werke schneller verbreiten, weil mehr Menschen sie ohne Hindernisse nutzen können.

Wo findet man CC0-freigegebene Inhalte?

CC0-freigegebene Werke lassen sich häufig in Kulturinstitutionen, zum Beispiel in Museen, Archiven und anderen Sammlungen finden. Die Corona-Pandemie hat dazu geführt, dass die Museen sich zunehmend digitalisieren und auch immer mehr Museen ihre Sammlungen online unter CC0 freigeben. Eine Befragung des Europäischen Netzwerks von Museums-Organisationen NEMO unter 650 europäischen Museen Anfang April 2020 ergab, dass mehr als 60 Prozent der Museen seit der Schließung ihr Onlineangebot erweitert haben oder eine Erweiterung planen.

So hat beispielsweise Paris Musées, ein Zusammenschluss von vierzehn Museen in Paris, kürzlich mehr als 100.000 Werke unter Creative Commons Zero freigegeben und damit der Öffentlichkeit zugänglich gemacht. Auch das New Yorker Metropolitan Museum of Art stellt mittlerweile hunderttausende Bilder, an denen keine Urheberrechte mehr bestehen, unter CC0 zur Verfügung.

Creative Commons selbst bietet ein Suchwerkzeug an, durch das Nutzende CC-lizenziertes Material finden können. Dabei können sie die Suche verfeinern und explizit auch nur nach CC0-lizenzierten Inhalten suchen, die sie dann ohne Lizenzbedingungen weiterverwenden können.

 

Hinweis: Dieser Beitrag ist Teil einer Kooperation von iRights.info, dem Deutschen Bildungsserver und OERinfo. Wie schon bei früheren Kooperationen erscheint auch dieser Text als Crosspost bei OERinfo und bei iRights.info.

The post Was die CC0-Freigabe bedeutet und welche Möglichkeiten sie eröffnet appeared first on iRights.info - Kreativität und Urheberrecht in der digitalen Welt.

EFF Joins Press Freedom Groups In Asking U.S. To Drop Assange Extradition Efforts

EFF has joined a coalition of press freedom, civil liberties, and human rights groups that sent a letter to Attorney General Merrick Garland urging the Department of Justice to drop its efforts to extradite and prosecute Julian Assange.

The renewed request comes after a Yahoo News report that the CIA discussed kidnapping or killing Assange in 2017, before charges against Assange were filed. The agency also reportedly planned extensive spying on WikiLeaks associates.

Assange has been charged under the Espionage Act. The charges have been widely condemned by journalists and press freedom organizations, including by outlets that have been critical of Assange. Leaks of information that the government would prefer to keep secret, and the publication of those leaks by journalists, are vital to our democracy. Regardless of what one thinks about other criminal charges against Assange, his indictment on charges that mostly reflect basic journalistic practices will have a chilling effect on critical national security journalism. 

In January, a British judge denied the Trump Administration’s extradition request, on the basis that the conditions of confinement in the U.S. would be overly harsh. The U.S. chose to appeal that decision. A hearing on the case is scheduled to be heard next week. Human rights and press freedom groups, including EFF, first asked in February for the Biden Administration to drop the extradition effort.

In addition to EFF, the letter to DOJ has been signed by the ACLU, Amnesty International, Center for Constitutional Rights, Fight for the Future, Freedom of the Press Foundation, Human Rights Watch, PEN America, Reporters Without Borders, and many other groups. 

Categorieën: Openbaarheid, Privacy, Rechten

Wanneer gaat illegale spionage van burgers worden bestraft?

Bits of Freedom (BOF) - 18 oktober 2021 - 6:20pm

De onrechtmatige praktijken van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) lijken uit een bodemloze put te komen. Onlangs bleek al dat ze burgers illegaal surveilleerde, nu blijkt uit nieuw onderzoek dat de NCTV gemeenten heeft aangespoord private bedrijven in te zetten om in moskeeën te infiltreren.

Speelt iedereen voor geheim agent?

Volgens het NRC hebben zeker tien gemeenten commerciële partijen ingehuurd om heimelijk onderzoek te laten doen in gebedshuizen. De onderzoekers, die zich niet als zodanig kenbaar maakten, namen deel aan het gebed, luisterden naar de preken en verzamelden ondertussen allerlei persoonlijke informatie over bezoekers en bestuursleden. Met naam en toenaam werd er beschreven wie van wie familie was, welke opleidingen mensen hadden gedaan, wie onderling ruzie had en waar mensen precies in geloofden.

Noch de NCTV, noch gemeenten, noch commerciële bedrijven zijn bevoegd zich te gedragen als geheim agent. Omdat de onderzoeken specifiek gericht waren op moslims en moskeeën is het volgens hoogleraar cross-cultureel recht Tom Zwart mogelijk dat burgemeesters zich schuldig hebben gemaakt aan strafbare feiten. Zo is geld bijdragen aan activiteiten gericht op discriminatie vanwege godsdienst een misdrijf en is het discrimineren van personen in uitoefening van een ambt een overtreding.

De Autoriteit Persoonsgegevens kan wat interne toezichthouders niet kunnen: handhaven en boetes uitdelen.

Mensenrechten zijn er niet zomaar

Bij deze surveillancepraktijken werden vermoedelijk ook onrechtmatig persoonsgegevens verwerkt. Juist om mensenrechten te beschermen, mogen gegevens over iemands godsdienst of etnische afkomst volgens de Europese privacywet in principe niet worden verwerkt. De Autoriteit Persoonsgegevens noemt dit beeld dan ook “zeer zorgelijk”. Zij adviseert gemeenteraden hun interne toezichthouders onderzoek te laten doen. Een prima advies dat de Autoriteit Persoonsgegevens wat ons betreft zelf ook mag opvolgen. Hoeveel privacyschendingen moeten er nog volgen voordat de Autoriteit Persoonsgegevens de NCTV en gemeenten tot orde roept? De Autoriteit Persoonsgegevens kan immers wat interne toezichthouders niet kunnen: handhaven en boetes uitdelen.

Hoeveel privacyschendingen moeten er nog volgen voordat de Autoriteit Persoonsgegevens de NCTV en gemeenten tot orde roept?

De onbetrouwbare overheid als veelpleger

Hoe kan het dat de overheid, die in een democratie afhankelijk is van vertrouwen, voor de zoveelste keer de wet overtreedt en grondrechten van burgers aan de laars lapt? Zolang toezichthouders niet optreden, het Openbaar Ministerie niet vervolgt, de minister van Justitie en Veiligheid de NCTV niet ter verantwoording roept, maar een blik nieuwe bevoegdheden opentrekt – kortom zolang de checks & balances in onze rechtsstaat niet werken – blijft de overheid een veelpleger.

We blijven ons inzetten tegen onnodige en disproportionele verruiming van de bevoegdheden van de NCTV. Want als deze organisatie nu al haar taken niet op een legale manier weet uit te voeren, hoe kunnen we haar dan vertrouwen met nog meer bevoegdheden? De NCTV, de minister van Justite en Veiligheid en de betrokken gemeenten hebben heel wat uit te leggen. En voor het herstel van vertrouwen in de rechtsstaat, zullen de checks and balances toch echt aan het werk moeten. Want zolang grove schendingen van mensenrechten worden afgedaan met woorden als “zorgelijk” en “sorry”, is het wachten op het volgende schandaal.

Categorieën: Openbaarheid, Privacy, Rechten

Wacht even, nu gaan privacytoezichthouders ook al notice/takedown verzoeken doen?

IusMentis - 18 oktober 2021 - 8:19am

De Ierse privacytoezichthouder DPC heeft noyb, de organisatie van privacyactivist Max Schrems, een take down request gestuurd waarin wordt verzocht een document te verwijderen. Dat meldde Security.nl vorige week. Het document is het conceptbesluit op noyb’s handhavingsverzoek tegen Facebook, waarin een opmerkelijke interpretatie van de AVG wordt geïntroduceerd die een joekel van een loophole oplevert. De DPC wil deze publicatie offline omdat ze interfereert met het overlegproces om het besluit te finaliseren.

Er is al jaren kritiek op de Ierse privacytoezichthouder omdat het niet zou optreden tegen techbedrijven, die vaak in Ierland hun Europees hoofdkantoor hebben. Iets wat de DPC ontkent. De nieuwe kritiek gaat over de opmerkelijke draai die Facebook op 25 mei 2018 maakte: vanaf toen hoefde niemand meer toestemming te geven onder de AVG voor wat Facebook deed, dat was sindsdien namelijk allemaal een noodzakelijk deel van de dienstverlening en voor verwerkingen die nodig voor een contractsuitvoering zijn, is geen toestemming nodig.

Ik ken werkelijk niemand behalve Facebook die met een serieus gezicht volhoudt dat “als wij in de voorwaarden zetten dat het nodig is, dan is het nodig” een valide interpretatie van de AVG is. Maar goed, nu dus de Ierse toezichthouder ook. Ik snap dus wel dat iemand als Schrems daar een publicatie over doet.

Dat valt juridisch een beetje slecht, want formeel is deze interpretatie van de DPC (disclaimer: er zijn geen aanwijzingen dat Facebook het conceptbesluit heeft voorgekookt of geschreven) slechts een concept, dat nu gedeeld wordt met belanghebbenden en andere toezichthouders, die dan commentaar mogen leveren, waarna er een definitief, openbaar besluit komt. Het is niet heel gebruikelijk dat conceptbesluiten in de pers komen, want er kunnen immers fouten in staan, slordigheden en ga zo maar door. Precies daarom wil je feedback verwerken voor je het besluit oplegt.

In veel procedures zijn dan ook expliciete geheimhoudingsregels opgenomen. De AVG kent die niet, en ook in de Ierse Uitvoeringswet AVG kan ik zoiets niet vinden. De DPC verwijst naar artikel 26 daarvan, maar zo te lezen gaat dat alleen over medewerkers van de DPC. Desondanks is de takedownbrief heel stellig: weg met die publicatie, en wel meteen. Maar wie als cynische jurist leest, komt tot de conclusie dat er veel bangmakerij staat maar géén “op grond van artikel 26 van de wet beveel ik u”. En reken maar dat een jurist die zin opneemt als hij daar aanleiding toe ziet, weinig dingen zo heerlijk als keihard in je recht te staan en met wapperende toga de wederpartij tot de orde te roepen.

De discussie wordt wat complex omdat noyb in de eerdere onderzoeksfase had toegezegd documenten vrijwillig geheim te houden om het onderzoek niet te schaden. De DPC citeert passages van noyb die zonder voorbehoud lijken te zeggen dat men die documenten gewoon, altijd geheim zal houden. noyb stelt daar tegenover dat de volledige toezeggingsmails duidelijk maken dat het alleen ging om de onderzoeksfase, die ondertussen allang is afgerond.

Ondertussen is het mij een raadsel wat de DPC dacht te bereiken nu hun conceptbesluit al wereldnieuws bleek te zijn geworden toen men de boze brief ging sturen.

Arnoud

Het bericht Wacht even, nu gaan privacytoezichthouders ook al notice/takedown verzoeken doen? verscheen eerst op Ius Mentis.

‘Rapport Venetië-commissie maakt duidelijk dat we werk moeten maken van de rechtsstaat’

Voorzitter Raad voor de rechtspraak ziet in rapport aanknopingspunten om rechtsstaat te versterken

‘Het rapport laat zien dat we echt werk moeten maken van de democratische rechtsstaat.’ Dit zegt Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, in reactie op het vandaag gepubliceerde rapport van de Venetië-commissie (venice.coe.int). Naves: ‘De toeslagenaffaire houdt ons – via dit rapport – weer een spiegel voor. Daar moeten we in durven kijken, ook als de kritiek soms fors is. En als je dan kijkt, zie je veel aanknopingspunten om de rechtsstaat blijvend te versterken.’

De commissie onderzocht naar aanleiding van de toeslagenaffaire op verzoek van de Tweede Kamer hoe het is gesteld met de (individuele) rechtsbescherming in Nederland. Het is een van de manieren waarop de overheid wil achterhalen waar het mis is gegaan. Ook rechtspraak droeg bij aan de instandhouding van de harde wetgeving rondom de kinderopvangtoeslag, waar veel ouders het slachtoffer van werden. Vorige week publiceerden bestuursrechters van de rechtbanken een eigen rapport, waarin openhartig wordt gereflecteerd op hoe rechters om zijn gegaan met aan hen voorgelegde toeslagzaken.

Aanknopingspunten

Henk Naves wil zich in de eerste plaats richten op wat de Rechtspraak kan doen om vergelijkbaar onrecht in de toekomst te voorkomen. ‘In het rapport van de Venetië-commissie is te lezen dat rechters actiever moeten zijn als mogelijke misstanden worden geconstateerd’, zegt hij. ‘De eerste stappen op dit vlak zijn al gezet, bijvoorbeeld door in het jaarverslag van de Rechtspraak voortaan te wijzen op mogelijk knellende wetgeving.’ Maar volgens de voorzitter van de Raad is dit niet genoeg. ‘Het gaat er ook om dat de individuele rechter binnen onze organisatie aan de bel kan trekken als hij zich zorgen maakt over bepaalde zaken. Niet voor niets pleitten bestuursrechters vorige week voor meer overleg en tegenspraak binnen de rechterlijke macht.’

Grondwet

De Venetië-commissie adviseert te onderzoeken of constitutionele toetsing kan worden ingevoerd. Dit is nu nog op basis van artikel 120 van de Grondwet verboden in Nederland. Daarmee neemt ons land een uitzonderingpositie in Europa in. De Rechtspraak pleit al langer voor de mogelijkheid dat de rechter in een individuele, concrete zaak kan toetsen aan de Grondwet. Volgens de voorzitter van de Raad versterkt dit de rechtsbescherming van burgers en bedrijven: ‘Grondrechten worden dan meer dan alleen tekst op papier, mensen hebben er echt wat aan. De Grondwet wordt zo ook meer een levend instrument ten dienste van de rechtsstaat.’

Gesprek tussen staatsmachten

Dat de Venetië-commissie, bestaande uit gerenommeerde deskundigen uit Europa, de werking van de Nederlandse rechtsstaat heeft onderzocht, biedt volgens de voorzitter van de Raad verrijkende inzichten. Naves: ‘Vreemde ogen kunnen dwingen en het kan erg verhelderend zijn om specialisten van buiten ons eigen rechtssysteem te vragen naar hun visie.’ Volgens Naves is het vervolgens aan de 3 staatsmachten gezamenlijk wat met de bevindingen en aanbevelingen wordt gedaan. ‘De toekomst is aan onszelf en de rechtsstaat is nooit af, zoals de Venetië-commissie terecht opmerkt. Een open gesprek tussen de staatsmachten om bij te dragen aan behoud en waar nodig versterking van rechtsbescherming van burgers en bedrijven, ook tegen de overheid, hoort daarbij. Centraal bij dit alles staat wat ons betreft steeds het belang van rechtzoekenden en de samenleving in een democratische rechtsstaat.’

Zie ook: Toeslagenaffaire: ‘Belang rechtsbescherming individu moet zwaarder wegen dan vaste lijn jurisprudentie’

Categorieën: Rechten

‘Rapport Venetië-commissie maakt duidelijk dat we werk moeten maken van de rechtsstaat’

Voorzitter Raad voor de rechtspraak ziet in rapport aanknopingspunten om rechtsstaat te versterken

‘Het rapport laat zien dat we echt werk moeten maken van de democratische rechtsstaat.’ Dit zegt Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, in reactie op het vandaag gepubliceerde rapport van de Venetië-commissie (venice.coe.int). Naves: ‘De toeslagenaffaire houdt ons – via dit rapport – weer een spiegel voor. Daar moeten we in durven kijken, ook als de kritiek soms fors is. En als je dan kijkt, zie je veel aanknopingspunten om de rechtsstaat blijvend te versterken.’

De commissie onderzocht naar aanleiding van de toeslagenaffaire op verzoek van de Tweede Kamer hoe het is gesteld met de (individuele) rechtsbescherming in Nederland. Het is een van de manieren waarop de overheid wil achterhalen waar het mis is gegaan. Ook rechtspraak droeg bij aan de instandhouding van de harde wetgeving rondom de kinderopvangtoeslag, waar veel ouders het slachtoffer van werden. Vorige week publiceerden bestuursrechters van de rechtbanken een eigen rapport, waarin openhartig wordt gereflecteerd op hoe rechters om zijn gegaan met aan hen voorgelegde toeslagzaken.

Aanknopingspunten

Henk Naves wil zich in de eerste plaats richten op wat de Rechtspraak kan doen om vergelijkbaar onrecht in de toekomst te voorkomen. ‘In het rapport van de Venetië-commissie is te lezen dat rechters actiever moeten zijn als mogelijke misstanden worden geconstateerd’, zegt hij. ‘De eerste stappen op dit vlak zijn al gezet, bijvoorbeeld door in het jaarverslag van de Rechtspraak voortaan te wijzen op mogelijk knellende wetgeving.’ Maar volgens de voorzitter van de Raad is dit niet genoeg. ‘Het gaat er ook om dat de individuele rechter binnen onze organisatie aan de bel kan trekken als hij zich zorgen maakt over bepaalde zaken. Niet voor niets pleitten bestuursrechters vorige week voor meer overleg en tegenspraak binnen de rechterlijke macht.’

Grondwet

De Venetië-commissie adviseert te onderzoeken of constitutionele toetsing kan worden ingevoerd. Dit is nu nog op basis van artikel 120 van de Grondwet verboden in Nederland. Daarmee neemt ons land een uitzonderingpositie in Europa in. De Rechtspraak pleit al langer voor de mogelijkheid dat de rechter in een individuele, concrete zaak kan toetsen aan de Grondwet. Volgens de voorzitter van de Raad versterkt dit de rechtsbescherming van burgers en bedrijven: ‘Grondrechten worden dan meer dan alleen tekst op papier, mensen hebben er echt wat aan. De Grondwet wordt zo ook meer een levend instrument ten dienste van de rechtsstaat.’

Gesprek tussen staatsmachten

Dat de Venetië-commissie, bestaande uit gerenommeerde deskundigen uit Europa, de werking van de Nederlandse rechtsstaat heeft onderzocht, biedt volgens de voorzitter van de Raad verrijkende inzichten. Naves: ‘Vreemde ogen kunnen dwingen en het kan erg verhelderend zijn om specialisten van buiten ons eigen rechtssysteem te vragen naar hun visie.’ Volgens Naves is het vervolgens aan de 3 staatsmachten gezamenlijk wat met de bevindingen en aanbevelingen wordt gedaan. ‘De toekomst is aan onszelf en de rechtsstaat is nooit af, zoals de Venetië-commissie terecht opmerkt. Een open gesprek tussen de staatsmachten om bij te dragen aan behoud en waar nodig versterking van rechtsbescherming van burgers en bedrijven, ook tegen de overheid, hoort daarbij. Centraal bij dit alles staat wat ons betreft steeds het belang van rechtzoekenden en de samenleving in een democratische rechtsstaat.’

Zie ook: Toeslagenaffaire: ‘Belang rechtsbescherming individu moet zwaarder wegen dan vaste lijn jurisprudentie’

Categorieën: Rechten

Aantal strafzaken voor de rechter nam vorig jaar verder af

Daling mede veroorzaakt door gevolgen coronacrisis

Het aantal strafzaken (betreffende misdrijven) dat de rechter afdoet, is in 2020 gedaald naar 66 duizend. Een jaar eerder waren dit er 85 duizend. Dit blijkt uit de vandaag verschenen publicatie Criminaliteit en rechtshandhaving 2020 (wodc.nl). In 2010 werden nog 114 duizend strafzaken aan de rechter voorgelegd. De daling is in lijn met de al jaren teruglopende geregistreerde criminaliteit, maar in 2020 speelden ook de gevolgen van de coronacrisis een rol.

Straffen

Bij ongeveer 9 op de 10 van de bijna 66.000 strafzaken sprak de rechter vorig jaar een schuldigverklaring uit. Bij 1 op de 10 volgde vrijspraak. In 2020 was de gevangenisstraf de meest opgelegde hoofdstraf (28 duizend zaken), gevolgd door de taakstraf (23 duizend) en geldboete (15 duizend).

Effect coronacrisis

Het effect van de coronacrisis is volgens het onderzoek tweeledig. Zo was er minder instroom van door de politie aangeleverde zaken en van het aantal dagvaardingen. De tijdelijke, beperkte toegankelijkheid van de gerechtsgebouwen tijdens de eerste lockdown zorgde daarnaast voor een verschuiving in de manier waarop rechtszaken werden afgedaan voor een afname van het aantal vonnissen in dat jaar. De 66.000 misdrijfzaken die de rechter in 2020 afdeed, betekende een daling van 23 procent ten opzichte van 2019.

Geregistreerde criminaliteit

De door de politie geregistreerde criminaliteit daalde tussen 2010 en 2020 met een derde (33 procent). Het geschatte aantal door burgers ondervonden delicten – bekend tot en met 2019 - daalde in die periode nog sterker: met 40 procent. De daling in de geregistreerde criminaliteit werkt in de hele keten door. Het totale aantal sancties, opgelegd door politie, Openbaar Ministerie en rechter tezamen, daalde sterker dan de geregistreerde criminaliteit (44 procent).

Over Criminaliteit en Rechtshandhaving

De negentiende editie van Criminaliteit en Rechtshandhaving brengt de periode 2010 tot en met 2020 in kaart. Dit statistische naslagwerk is het resultaat van samenwerking van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum, het Centraal Bureau voor de Statistiek, de Nationale Politie, het Openbaar Ministerie en de Raad voor de rechtspraak.

Categorieën: Rechten

Flight of the Concord Drones

This blog post was written by Kenny Gutierrez, EFF Bridge Fellow.

The City Council of Concord, California, is tone deaf to community concerns regarding a proposed police Unmanned Aerial Surveillance (UAS) system – commonly referred to as drones. In a city where the police department is responsible for nearly 60% of the city budget, this should come as no surprise. The UAS program, however, will strangely be funded by Marathon Petroleum, which has no offices or facilities in Concord. EFF, ACLU, and 15 other Contra Costa community organizations opposed this action. We also demanded police oversight and ample safeguards to protect civil liberties and civil rights if the program were to be adopted.

Privacy and police accountability are a massive issue with UAS systems, and are both high priority issues for California voters, as evidenced by the passage of California Consumer Privacy Act and police accountability legislation.

Potential Issues with Drones

Drones are unmanned aerial vehicles that can be equipped with high definition, live-feed video cameras, thermal infrared video cameras, heat sensors, and radar—all of which allow for sophisticated and persistent surveillance. Drones can record video or still images in daylight or at night (with infrared lenses). They can also be equipped with software tools like license plate readers, face recognition, and GPS trackers that extend the dangers they pose to privacy. There have even been proposals for law enforcement to attach lethal and non-lethal weapons to drones. Additionally, newly developed drone automation allows for automatic tracking of vehicles and individuals.

EFF Letter to Concord City Council

EFF and our allies sent a letter urging the Concord City Council to not adopt a UAS system for Concord Police Department. If, however, the city council decided to approve the UAS system, we made specific recommendations to provide ample safeguards to protect civil liberties and civil rights:

First, drones should be deployed only with a warrant, or in an emergency that threatens death or serious bodily injury to a person.  All deployments should be thoroughly documented, and that documentation must be made publicly available.

Second, facial recognition technology, artificial intelligence, automated tracking, heat sensors, license plate readers, cell-phone interception, and lethal and non-lethal weapons should be prohibited as incorporated technologies to UAS drones.

Third, there must be clear rules regarding access to UAS footage.  Officers suspected of misconduct must not be allowed to view footage until they have made an initial statement regarding the episode.  People depicted in footage must have access to the footage. Also, footage depicting police use of force must be available to the public. Similar to the flaws in body worn cameras, police can exercise too much control over the video before the public sees it without police oversight.

More generally, Concord should adopt a Community Control Over Police Surveillance (CCOPS) ordinance.  A CCOPS law acts to promote transparency, the public’s welfare, civil rights, and civil liberties in all decisions regarding the funding, acquisition, and deployment of surveillance equipment by local police.  Such a law would appropriately require city departments to provide the public with information about surveillance proposals, including a draft usage policy, weeks rather than days before the proposals are debated before the City Council.

Not only did the Concord City Council approve the police drones, it also failed to adopt these meaningful safeguards. Concord, like many other municipalities, decided instead to use a boilerplate, unprotective Lexipol policy. Will Concord become the next Chula Vista, which deploys a drone for nearly every 911 call? Only time will tell. Concord’s drone policy is permissive enough that it could be.

Categorieën: Openbaarheid, Privacy, Rechten

Lisa Rinna wordt aangeklaagd voor het plaatsen van paparazzi foto’s van haarzelf. Waarom?

IusMentis - 15 oktober 2021 - 8:15am

AlexasFotos / Pixabay

Actrice Lisa Rinna werd afgelopen Juni aangeklaagd door Backgrid, een organisatie die paparazzi vertegenwoordigt. Dat meldde Boek9.nl recent. Een op zich juridisch eenvoudige zaak: Rinna zou auteursrechten hebben geschonden door acht foto’s van haarzelf en haar twee dochters te plaatsen, foto’s die waren gemaakt door paparazzi. De auteurswet is immers duidelijk: maker is rechthebbende. Maar toch maakte Rinna bezwaar.

Volgens Rinna wil Backgrid alleen de omzet verhogen, die gedaald is door de coronapandemie. Maar er is meer, Rinna ziet de situatie als scheefgegroeid, en dat is belangrijk genoeg om als juridisch tegenargument te moeten dienen: It is only because of Ms. Rinna’s hard work, dedication to her craft and resultant success that her image confers monetary benefits on the Plaintiff,” the [claim by Rinna, AE] says. “Having taken and used Defendant’s images in this fashion, Defendant is informed and believes and thereupon alleges, that an implied license was created between herself and the Plaintiff (and subject photographers), whereby it was understood that Ms. Rinna would be permitted to use and comment on these photographs of her and her family without facing a claim of ‘infringement.’ “ Kort en goed: omdat Lisa Rinna altijd bereidwillig was jegens de paparazzi, is er een sfeer ontstaan van elkaar helpen. Jij mag mij fotograferen en daar je boterham mee verdienen, ik mag de foto’s delen zodat mijn volgers zien wat ik doe. Een licentie tegen betaling met persoonsgegevens dus, als het ware.

Het is creatief en zonder precedent, wat voor juristen zo veel betekent als “leuk voor op de pleitwedstrijd maar kansloos bij de rechter”. Een ontstane sfeer lijkt me wat magertjes om een overeenkomst te claimen, zeker in de VS waar een overeenkomst een financiële (of gelijkwaardige) tegenprestatie eist – consideration. 

In Nederland zou Rinna een ander argument hebben, namelijk op grond van haar portretrecht (artikel 19 lid 2 Auteurswet): Ten aanzien van een fotografisch portret wordt mede niet als inbreuk op het auteursrecht beschouwd het openbaar maken daarvan in een nieuwsblad of tijdschrift door of met toestemming van een der personen, in het eerste lid genoemd, mits daarbij de naam des makers, voor zoover deze op of bij het portret is aangeduid, vermeld wordt. Dit heeft alleen dan weer twee andere lastige hobbels. Allereerst is het de vraag of Instagram telt als een “nieuwsblad of tijdschrift”. Er is wel betoogd dat een online magazine hieronder zou moeten vallen, maar dan bedoelt men eerder Grazia.nl dan een eigen blog, en Instagram voelt nog weer een stap verder.

Ten tweede gaat dit artikel alleen op wanneer het portret in opdracht van de geportretteerde is gemaakt. En dan zou je dus wederom die sfeer van overeenkomst moeten aanvoeren: Rinna liet niet zomaar toe gefotografeerd te worden, door mee te werken erkenden de fotografen dat eigenlijk zij de opdrachtgever was. Ook dit is een zeer creatief argument.

Arnoud

Het bericht Lisa Rinna wordt aangeklaagd voor het plaatsen van paparazzi foto’s van haarzelf. Waarom? verscheen eerst op Ius Mentis.

California Activists Sue Marin County Sheriff for Illegally Sharing Drivers’ License Plate Data With ICE, CBP and Other Out-of-State Agencies

Immigrants’ Privacy, Security Threatened by Sheriff’s Practice, Which Violates California Law

San Francisco—Community activists in Northern California today sued Marin County Sheriff Robert Doyle for illegally sharing millions of local drivers’ license plates and location data, captured by a network of cameras his office uses, with hundreds of federal and out-of-state agencies—a practice that violates two California laws, endangers the safety and privacy of local immigrant communities, and facilitates location tracking by police.

The ACLU Foundations of Northern California, Southern California, and San Diego & Imperial Counties, the Electronic Frontier Foundation (EFF), and attorney Michael T. Risher represent community activists Lisa Bennett, Cesar S. Lagleva, and Tara Evans, long-time Marin community members, in a lawsuit filed in Marin County Superior Court. The suit seeks to end the sheriff’s illegal practice of giving hundreds of agencies outside California access to a database of license plate scans used to identify and track people, revealing where they live and work, when they visit friends or drop their kids at school, and when they attend religious services or protests.

“The information unveiled through this lawsuit shows that the freedoms that people think they possess in Marin County are a mirage: people cannot move about freely without being surveilled,” said Bennett. “Our county sheriff, who has sworn to uphold the law, is in fact violating it by sharing peoples’ private information with outside agencies. This has especially alarming implications for immigrants and people of color: two communities that are traditionally the targets of excessive policing, surveillance, and separation from loved ones and community through incarceration or deportation.”

License plate scans occur through Automated License Plate Readers (ALPRs): high-speed cameras mounted in a fixed location or atop police cars moving through the community that automatically capture all license plates that come into view, recording the exact location, date, and time that the vehicle passes by. The information can paint a detailed picture of our private lives, our daily schedules, and our social networks.

 Targeting Immigrant Communities

Documents show that the sheriff’s office shares and transfers ALPR information with Immigration and Customs Enforcement (ICE), Customs and Border Protection (CBP), over a dozen other federal law enforcement agencies, and over 400 out-of-state law enforcement agencies.

“In the hands of police, the use of ALPR technology is a threat to privacy and civil liberties, especially for immigrants. Federal immigration agencies routinely access and use ALPR information to locate, detain, and deport immigrants. The sheriff’s own records show that Sheriff Doyle is sharing ALPR information with two of the most rogue agencies in the federal government: ICE and CBP,” said Vasudha Talla, Immigrants’ Rights Program Director at the ACLU Foundation of Northern California (ACLU NorCal). “Police should not be purchasing surveillance technology, let alone facilitating the deportation and incarceration of our immigrant communities.”

Using its ALPR system, the Marin County Sheriff’s Office scans tens of thousands of license plates each month. That sensitive personal information, which includes photographs of the vehicle and sometimes its driver and passengers, is stored in a database. The sheriff permits hundreds of out-of-state agencies and several federal entities, including units of the Department of Homeland Security, to run queries of a license plate against information the sheriff has collected. The agencies are also able to compare their own bulk lists of vehicle license plates of interest, known as “hot lists,” against the ALPR information collected by the sheriff’s office.

California’s S.B. 34, enacted in 2015, bars this practice. The law requires agencies that use ALPR technology to implement policies to protect privacy and civil liberties, and specifically prohibits police from sharing ALPR data with entities outside of California. The sheriff also violates the California Values Act (S.B. 54), also known as California’s “sanctuary” law. Enacted in 2018, the law limits the use of local resources to assist federal immigration enforcement.

In 2019, ACLU NorCal released documents revealing that ICE agents use their access to the license plate data gathered by police agencies across the nation to find and arrest people.

“This lawsuit sends a message to other California law enforcement agencies that are unlawfully sharing ALPR data and helping ICE—and we know there are others,” said EFF Staff Attorney Saira Hussain. “In recent years, California has enacted laws specifically to protect immigrant communities and prohibit the sharing ALPR data with entities outside the state. Local police and sheriffs are not above the law and should be held accountable when they violate measures designed to protect the privacy of all Californians generally, and vulnerable communities specifically.”

The lawsuit is the first of its kind to challenge the sharing of private information collected by ALPR mass surveillance.

For the complaint:
https://www.eff.org/document/lagleva-v-marin-county-sheriff

For more on ALPRs:
https://www.eff.org/pages/automated-license-plate-readers-alpr

Categorieën: Openbaarheid, Privacy, Rechten

Be The Face of Change and Pledge for EFF Through CFC Today!

The pledge period for the Combined Federal Campaign (CFC) is underway and EFF needs your help! Last year, U.S. government employees raised over $38,000 for EFF through the CFC, helping us fight for privacy, free speech, and security on the internet so that we can help create a better digital future.

The Combined Federal Campaign is the world's largest and most successful annual charity campaign for U.S. federal employees and retirees. Since its inception in 1961, the CFC fundraiser has raised more than $8.5 billion for local, national, and international charities. This year's campaign runs from September 1 to January 15, 2022. Be sure to make your pledge before the campaign ends!

U.S. government employees can give to EFF by going to GiveCFC.org and clicking DONATE to give via payroll deduction, credit/debit, or an e-check! Be sure to use EFF's CFC ID # 10437. You can even scan the QR code below!

You Can Be The Face of Change and CFC QR code

This year's CFC theme is "You Can Be The Face of Change," as your donations help countless charities to make the world better. With your support, EFF can continue our strides towards internet freedom. Recently we have: pushed Apple to pause its plan to install dangerous photo and message scanning features onto its devices, worked with California residents and lawmakers to pass one of the largest state investments in public fiber broadband in U.S. history, and launched the "Dark Patterns Tip Line" with partners to shed light on deceptive patterns in consumer tech products and services. 

Government employees have a tremendous impact on the shape of our democracy and the future of civil liberties and human rights online. Support EFF today by using our CFC ID #10437 when you make a pledge!

Categorieën: Openbaarheid, Privacy, Rechten

Facebook geeft niet om ons geluk, hoog tijd voor regulering

Bits of Freedom (BOF) - 14 oktober 2021 - 4:46pm

Facebook kiest voor haar eigen winst boven het mentale welzijn van haar gebruikers. We moeten weer de baas worden over ons eigen geluk. Die verandering komt niet zomaar.

Instagram maakt tienermeiden ongelukkiger

Facebook-klokkenluider Frances Haugen deed pijnlijke onthullingen over het bedrijf. De boodschap was duidelijk: Facebook verkiest keer op keer het belang van het bedrijf boven dat van haar gebruikers. Haugen verzamelde interne documenten van Facebook en lekte deze aan de Wall Street Journal, die deze onthulde in de vorm van 'the Facebook Files'. Deze documenten bevatten bevindingen die het  platform in een slecht daglicht zetten. Uit een door de Wall Street Journal onthuld onderzoek van het platform zelf blijkt dat haar platform Instagram een negatief effect heeft op het zelfbeeld van tieners: 32% van de tienermeisjes gaf aan dat wanneer ze zich slecht voelde over hun lichaam, Instagram dit gevoel erger maakte.

Facebook schrijft zelf dat "We make body image issues worse for one in three teen girls" en "Teens blame Instagram for increases in the rate of anxiety and depression". Dit komt onder andere door de filters die Instagram aanbiedt en de explore pagina, een pagina die op basis van algoritmes berichten laat zien "die jij misschien leuk vindt". Facebook is dus op de hoogte van het negatieve effect dat zij heeft op de mentale gezondheid van haar gebruikers, maar heeft hier uit eigen beweging niets mee gedaan.

Platformregulering is nodig zodat wij weer baas zijn over ons eigen geluk.

Facebookadvertenties hebben invloed op onze mentale gezondheid en daar kunnen we niks aan veranderen

Ook een recent onderzoek van onze collega's van het Poolse Panoptykon toont de macht die Facebook heeft over ons mentale welzijn. Uit dit onderzoek blijkt dat de algoritmes die Facebook gebruikt voor gepersonaliseerde advertenties een negatief effect kunnen hebben op de mentale gezondheid van Facebookgebruikers. In het onderzoek werd de feed van een jonge vrouw onderzocht. Omdat ze kortgeleden moeder was geworden en één van haar ouders aan kanker had verloren, was 'gezondheid' een gevoelig onderwerp voor haar. Één op de vijf advertenties die ze te zien kreeg hadden te maken met gezondheid, waaronder advertenties over terminaal zieke kinderen. Het telkens geconfronteerd worden door deze advertenties kon met haar achtergrond een negatief effect hebben op haar mentale gesteldheid.

Facebook profileerde haar zonder haar toestemming tot iemand met interesses als "oncology" en "genetic disorder". Op basis van zulke interesses kunnen adverteerders kiezen aan wie hun advertenties worden getoond. Facebook biedt tools aan waarmee je advertentievoorkeuren kan wijzigen, waaronder het beheren van advertentie-onderwerpen. De vrouw uit het onderzoek gaf bijvoorbeeld aan geen aan gezondheid gerelateerde advertenties meer te willen zien. Pas nadat ze zelf deze actie had ondernomen verminderde de verontrustende content. En zelfs dat liet Facebook niet toe:  na twee maanden waren de verontrustende advertenties weer terug op het vorige niveau. Advertenties op het platform kunnen ons dus ongelukkig maken, en daar hebben wij geen controle over.

Wij zetten ons in voor een online omgeving waarin die keuze wel weer bij ons ligt.

Beleidsmakers zijn aan zet

Dat Facebook ervoor kan en mag kiezen om het belang van het bedrijf boven het mentale welzijn van zijn gebruikers te verkiezen is slecht. Omdat we zo afhankelijk zijn geworden van het platform krijgen wij niet de keuze om onze mentale gezondheid boven het belang van Facebook te verkiezen. Wij zetten ons in voor een online omgeving waarin die keuze wel weer bij ons ligt.

Volgens Haugen gaat Facebook niet veranderen, tenzij beleidsmakers actie ondernemen. Beleidsmakers moeten verzekeren dat burgers weer de baas worden over hun eigen welzijn. Burgers zouden daarbij niet afhankelijk moeten zijn van wat bedrijven als Facebook goed uitkomt. Wanneer we minder afhankelijk zijn van Facebook, zijn we ook minder afhankelijk van haar algoritmes die kostte wat het kost verontrustende content aan ons laten zien. Daarom moeten de marktdominantie en het giftige bedrijfsmodel van grote online platformen worden aangepakt. Dan krijgen mensen de vrijheid om te kiezen voor platformen die wél om onze mentale gezondheid geven.

De Digital Services Act en Digital Markets Act van de Europese Unie liggen nu bij het Europees Parlement: het perfecte moment om in te grijpen. Na verzoeken van Europarlementariërs die gesteund werden door digitale burgerrechtenorganisaties is klokkenluider Haugen uitgenodigd om in november gehoord te worden in het Europees Parlement. Dit vinden wij een goede ontwikkeling. De onthullingen van Haugen benadrukken nogmaals de noodzaak voor ingrijpende platformregulering. Wij roepen parlementsleden op om in deze wetten regels op te nemen die het geluk van internetters boven dat van grote online platformen te verkiezen.

Categorieën: Openbaarheid, Privacy, Rechten

Pagina's

Abonneren op Informatiebeheer  aggregator - Rechten