U bent hier

Bestuursrecht, e-mail en internet. Bestuursrechtelijke aspecten voor elektronische overheidscommunicatie

TitelBestuursrecht, e-mail en internet. Bestuursrechtelijke aspecten voor elektronische overheidscommunicatie
PublicatietypeProefschrift
Publicatiejaar2011
AuteursKlingenberg, A.M.
Pagina's242
Plaats uitgaveGroningen
Thesis TypeDissertation
TaalNL
ISBN Nummer9789036748063
RefMan9372
Samenvatting

Een toenemend deel van de dagelijkse communicatie verloopt op elektronische wijze. Dit geldt evengoed voor overheidscommunicatie. In dit proefschrift worden de juridische implicaties van het gebruik van elektronische communicatiemiddelen in de communicatie tussen overheid en de burger onderzocht.

Elektronische communicatiemiddelen worden op verschillende manieren door de overheid gebruikt. In steeds meer wetten worden verplichtingen opgenomen om elektronisch te communiceren. De bestuursrechtelijke normen die van toepassing zijn op overheidscommunicatie staan in afdeling 2.3 van de Algemene wet bestuursrecht en in bijzondere wetten. Deze komen aan de orde. Hierbij zijn drie onderdelen te onderscheiden: normen die van toepassing zijn op de communicatie met de overheid, normen die van toepassing zijn op communicatie door de overheid en normen die van toepassing zijn op het opslaan van de informatie. Ten slotte komt aan de orde op welke wijze bevorderd kan worden dat de overheid zich aan deze normen houdt.

Het belang van dit onderzoek naar de bestuursrechtelijke normen voor elektronische overheidscommunicatie is dat kan worden bepaald of in de huidige normen voor elektronische communicatie de fundamentele waarden van de democratische rechtsstaat gewaarborgd zijn.

Aantekeningen

Uit het persbericht:

Grondrecht
Het belang van overheidsinformatie moet onderkend worden door het recht op toegang tot deze informatie als grondrecht op te nemen in de Grondwet, betoogt Klingenberg. Volledige openbaarheid leidt echter ook tot een botsing met het recht op privacy, onderkent ze. ‘Het moet duidelijk zijn welke informatie de overheid op internet kan plaatsen, in verband met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Wetgeving moet deze afweging expliciteren’, betoogt Klingenberg. 

Veilig bewaren
Een voorwaarde voor de toegankelijkheid van overheidsinformatie is een adequate informatiehuishouding, benadrukt Klingenberg. Het betekent in elk geval dat elektronische overheidsinformatie op de juiste wijze bewaard dient te worden. Op dit punt zou er een belangrijke verbetering behaald worden wanneer de Wet openbaarheid van bestuur en de Archiefwet worden geïntegreerd.

Lessen van WikiLeaks
De publicatie van de vele vertrouwelijke WikiLeaks-stukken laat volgens Klingenberg maar al te duidelijk zien dat gevoelige informatie zomaar op straat kan komen te liggen en dat bescherming van burgers tegen informatieopslag dus beter moet. De WikiLeaks-affaire toont volgens haar aan dat de overheid nog onvoldoende in staat is elektronische informatie te beveiligen.

Betrouwbare verzending
Belangrijk is eveneens dat overheidsorganen zelf in staan voor een betrouwbare en vertrouwelijke manier van verzenden. Dit is zelfs een uitgangspunt van de wettelijke regeling. Disclaimers op overheidswebsites en onder mailberichten van overheidsdiensten zijn strijdig met dit uitgangspunt en moeten daarom verdwijnen, vindt Klingenberg. In die disclaimers staat veelal dat de verzender niet aansprakelijk gesteld kan worden voor fouten in de berichtgeving.

DigiD
Een ander punt van belang hierbij is de authenticatie van berichten. Burgers moeten er zeker van kunnen zijn dat berichtgeving ook daadwerkelijk van de overheid afkomstig is. De elektronische handtekening DigiD die in het leven is geroepen ter authenticatie van communicatie voldoet in meerdere opzichten niet. De DigiD kan in een aantal gevallen een te zwaar middel zijn voor authenticatie, maar voldoet voor andere gevallen niet aan de strenge eisen die de wet stelt aan een elektronische handtekening.

Waakhond digitale info
Om het digitaal verkeer tussen overheid en burgers beter te beveiligen en te waarborgen moet volgens Klingenberg een instituut in het leven worden geroepen dat toegang tot overheidsinformatie bewaakt en voorlichting geeft over de toegang ertoe. De Nationale Ombudsman zou deze taak goed kunnen vervullen, stelt Klingenberg. "

URLhttp://irs.ub.rug.nl/ppn/331568829
Short TitleBestuursrecht, e-mail en internet
Citation Keyref_9372
Share/Deel